H5 - T2: BS1 De bouw en functie van DNA

Thema 4 DNA
B1 - Bouw en functie van DNA 
Blz: 66

Binas: 70A -71ABC

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 DNA
B1 - Bouw en functie van DNA 
Blz: 66

Binas: 70A -71ABC

Slide 1 - Slide

Leerdoelen B1
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven
  • Je kent verschillende typen DNA 
  • Je weet het verschil tussen coderend DNA en niet-coderend DNA

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video




  • DNA
  • genoom
  • kernDNA
  • mtDNA
  • plasmiden
  • nucleinezuur
  • nucleotide
  • desoxyribose
  • Adenine (A)
  • Thymine (T)
  • Cytosine (C)



  • Guanine (G)
  • enkelstrengs DNA
  • basenparing
  • basenpaar
  • dubbelstrengs DNA
  • helixstructuur
  • sequentie
  • gen
  • niet-coderend DNA
  • repetitief DNA
Begrippen B1 De bouw en functie van DNA

Slide 4 - Slide

Genoom
  • Eukaryoten: kernDNA, mtDNA en chloroplastDNA 
  • prokaryoten: plasmiden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

 fosfaatgroep aan 5'
Binas 71A, B, C

Slide 7 - Slide

enkelstrengs DNA
dubbelstrengs DNA

Slide 8 - Slide

DNA-sequentie

Slide 9 - Slide

Binas 70A

Slide 10 - Slide

Niet-coderend DNA
  • Coderen voor eiwitten die synthese van eiwitten reguleren
  • Repetitief DNA
  • Genen die hun functie hebben verloren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat is de bouwsteen van DNA?
A
allel
B
gen
C
nucleotide
D
eiwit

Slide 13 - Quiz

Genen bevatten informatie voor het maken van
A
DNA
B
RNA
C
eiwitten
D
alle drie

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
chromosoom , gen, nucleotide, base
B
chromosoom, gen, base, nucleotide
C
gen, chromosoom, nucleotide, base
D
gen, chromosoom, nucleotide, base

Slide 15 - Quiz

Welk kenmerk van ons erfelijk materiaal is niet universeel bij levende organismen?
A
De aaneenschakeling van desoxyribose en fosfaat
B
De aanwezigheid van 4 basen: A, C, T en G
C
De aanwezigheid van twee complementaire strengen
D
De sequentie van de nucleotiden

Slide 16 - Quiz

Hoeveel procent van ons DNA bestaat uit genen?
A
0-5%
B
10-50%
C
5-10%
D
50-80%

Slide 17 - Quiz

Hoeveel procent van onze genen ligt op het kernDNA?
A
100%
B
meer dan 99,5%
C
95-99%
D
80-90%

Slide 18 - Quiz

Wat betekent het begrip 'sequentie'
A
de volgorde van nucleotiden
B
de volgorde van nucleosomen
C
de volgorde van N-basen
D
de volgorde van genen

Slide 19 - Quiz

Niet coderend-DNA heeft
A
geen functie
B
een regulerende functie
C
verslaving tot gevolg
D
een coderende functie

Slide 20 - Quiz

Welke vormen van DNA zijn er
A
kern DNA
B
mitochondriaal DNA
C
chloroplast DNA
D
alle drie

Slide 21 - Quiz

Alle kinderen uit één gezin hebben hetzelfde DNA?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz


Wat is juist?
A
1 celkern 2 genen
B
1 cel 2 chromosomen
C
3 DNA 4 gen
D
3 Chromosomen 4 DNA

Slide 23 - Quiz

Hebben plantencellen ook DNA?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Stelling 1: Je krijgt alleen DNA van je vader of alleen DNA van je moeder
Stelling 2: Niet iedere cel heeft DNA
A
Stelling 1 is correct, stelling 2 is incorrect
B
Stelling 1 en stelling 2 zijn correct
C
Stelling 1 is incorrect, stelling 2 is correct
D
Stelling 1 en stelling 2 zijn incorrect

Slide 25 - Quiz

In DNA vormen de basen A, G, C en T vaste paren.
Welke paren zijn dat?
A
A - G en T - C
B
A - T en G - C

Slide 26 - Quiz

C
G
T
A
T
G

Slide 27 - Drag question

Op internet staan veel plaatjes van DNA. Heeft de tekenaar van dit plaatje de basen goed getekend?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

hw: 1 t/m 5

Slide 29 - Slide

Extra uitlegvideo

Wanneer je nog een andere uitleg wilt over de bouw en de functie van het DNA...

Kies uit NGbiologie of Ruud Lekkerkerk

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Leerdoelen B1
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven
  • Je kent verschillende typen DNA 
  • Je weet het verschil tussen coderend DNA en niet-coderend DNA

Slide 33 - Slide

dubbelstrengs DNA

Slide 34 - Slide