Les 2. Herhaling lezen H1 t/m H3 (2 vwo)

Leesvaardigheid
Hoofdstuk 1 t/m 3
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Hoofdstuk 1 t/m 3

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Alle stof herhalen voor de toetsweek van lezen
hoofdstuk 1 t/m 3

Slide 2 - Slide

Begrippen leesvaardigheid
  • Hoofd- en bijzaken
  • Kernzinnen
  • Hoofdgedachte
  • Verbanden & signaalwoorden (blz. 42-43, blz. 237, blz. 72-73)

Slide 3 - Slide

Als (... dan)
Doel-middel
verband
Samenvattend
verband
Voorwaardelijk
verband
Toegevend
verband

Desondanks
Om te
Kortom
Hoewel
Indien
Door middel van
Al met al

Slide 4 - Drag question

Bedenk een zin met voorwaardelijk verband bij deze afbeelding.

Slide 5 - Open question

Welke signaalwoorden horen bij een toegevend verband?
A
Adhv, zodat, om te, dmv, met, mbv, middels en opdat
B
Als, als dan, indien, tenzij, wanneer,
C
Kortom, samengevat, met andere woorden en al met al.
D
Ook al, zij het dat, weliswaar, alhoewel, ofschoon, desondanks,

Slide 6 - Quiz

Wat geeft een samenvattend verband aan?
A
Verkorte weergave van de informatie uit de tekst.
B
Het zet twee zaken samen naast elkaar.
C
Het laat een overeenkomst zien.
D
Huh, samenvattend verband?!

Slide 7 - Quiz

Maak zelf een zin waarin een doel - middel-verband duidelijk wordt.

Slide 8 - Open question

Opdracht - verbanden herhalen
  • Lees tekst 4 op blz. 76-77 zelfstandig en precies door


  • Ga aan de slag met opdracht 4, vraag 4 (blz. 76)
  • Je mag samenwerken, maar op fluistertoon
  • Je hebt hiervoor 15 minuten de tijd
  • Ben je klaar met opdracht? Maak dan vraag 6 (blz. 76)

Slide 9 - Slide

Welke zin heb je gevonden met een doel-middel verband? Noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden van de zin. Zet het signaalwoord erbij dathet verband aangeeft.

Slide 10 - Open question

Welke zin heb je gevonden met een voorwaardelijk verband? Noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden van de zin. Zet het signaalwoord erbij dat het verband aangeeft.

Slide 11 - Open question

Welke zin heb je gevonden met een toegevend verband? Noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden van de zin. Zet het signaalwoord erbij dat het verband aangeeft.

Slide 12 - Open question

Opdracht 4, vraag 6 bespreken
Welke steekwoorden en deelonderwerpen heb je op de lege plekken ingevuld?

Slide 13 - Slide

Afsluiten
Veel succes met je voorbereidingen voor de toetsweek!

Slide 14 - Slide