What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalingsles period 4
Herhalingsles period 4
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalingsles period 4
Slide 1 - Slide
was/were
= verleden tijd van het werkwoord 'to be'
ow = I, he, she, it OF 1 pers/dier/ding -> was / wasn't
ow = you, we, they OF >1 pers/dier/ding -> were / weren't
Slide 2 - Slide
Past simple
(verleden tijd)
1. Regelmatige ww
(d.w.z. deze ww volgen een
regel
)
Regel:
ww+ ed
bv. talk -> talked ; learn -> learned
Uitzonderingen:
- eindigt je ww op -y, dan wordt deze i +ed
bv. marry -> married
- bij korte ww + ww die eindigen op -l verdubbelt de laatste
medeklinker
bv. travel -> travelled ; chat -> chatted
- bij ww die al eindigen op -e voeg je enkel -d toe
bv. hate -> hated
Slide 3 - Slide
2. Onregelmatige ww
(d.w.z. deze ww volgen geen regel)
ww past simple ww past simple
find found tell told
have had think thought
hear heard
say said
see saw
shoot shot
Een heel aantal ww volgt geen regel en moet je vanbuiten leren.
(Dit is ook zo in het Nederlands: v.t. zwemmen -> zwom)
Slide 4 - Slide
Past simple negative
Didn't +
INFINITIVE
Example
:
He didn't learn.
We didn't watch tv.
Slide 5 - Slide
Vragen in de present en past simple
Present
: je vraagt naar iets wat NU van toepassing is
Do+ ow +
INFINITIVE
+rest?
(wanneer je ow I, you, we, they of meer dan 1 is)
Slide 6 - Slide
Does + ow +
INFINITIVE
+ rest?
(wanneer je ow he, she, it of 1 pers/dier/ding is)
Slide 7 - Slide
Past:
wanneer je vraagt naar iets uit het verleden
DID
+ ow +
infinitive
+ rest?
Slide 8 - Slide
Was / were in vragen
Word order:
was/were + ow + rest
Example: Were you at the crime scene?
Slide 9 - Slide
Questions with question words
Word order:
question word + do/does/did + ow + infinitive + rest?
Example: Where did he buy the weapon?
Slide 10 - Slide
Putting place and time in the correct order
Wanneer je aan het eind van een zin de plaats en de tijd aangeeft, dan zet je deze altijd in dezelfde volgorde:
EERST
plaats
DAARNA
tijd
bv. Oswald was born
in New Orleans
on October 18 1939
.
Slide 11 - Slide
Fill in the gaps. Use the past simple:
.... (go / you) to school yesterday?
Slide 12 - Open question
... (they / not be) happy.
Slide 13 - Open question
... (be / he) angry with you?
Slide 14 - Open question
I (think) you were at home.
Slide 15 - Open question
She ... (not do) her homework.
Slide 16 - Open question
... (your friends - talk) to you the other day?
Slide 17 - Open question
I finally (find) my missing purse.
Slide 18 - Open question
More lessons like this
Klas 1 - period 4
February 2020
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Past Simple and word order
May 2022
- Lesson with
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Past simple + ? en -
May 2021
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H Period 1
September 2021
- Lesson with
35 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Past Simple affirmative negative interrogative
October 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H Period 2 Revision
November 2021
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H period 2
October 2020
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Revision grammar part 1
April 2021
- Lesson with
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4