This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom
Vandaag:
Een beschouwing schrijven
Slide 1 - Slide
Beschouwing
Een beschouwing is een tekst die de lezer aan het denken wil zetten over een bepaalde kwestie. Het onderwerp van een beschouwing is een probleem of kwestie. In een beschouwing wordt het onderwerp van verschillende kanten belicht. In een beschouwing laat je het oordeel aan de lezer over. De hoofdgedachte van een beschouwing is meestal een opsomming van oplossingen, voor- en nadelen of verklaringen.
Slide 2 - Slide
Wat zou het woord beschouwen kunnen betekenen in begrippen als levensbeschouwing, kunstbeschouwing, nabeschouwing?
Slide 3 - Slide
Beschouwing
Een tekst waarin je verschillende aspecten van één onderwerp belicht, noem je een beschouwing.
Het doel van zo'n tekst is: de lezer eerlijk afgewogen informatie geven, zodat deze zichzelf een mening kan vormen = opiniëren.
Slide 4 - Slide
Ieder kind moet verplicht worden om gevaccineerd te worden tegen elke ziekte.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Beschouwing
tekstdoel: lezer aan het denken zetten / eigen mening laten vormen (opiniëren)
inhoud: feiten en verschillende meningen
meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen
kenmerk:neutraal
(geen duidelijke mening van de schrijver)
Slide 8 - Slide
Kenmerken beschouwing
Biedt verschillende visies ter overweging aan.
Laat de lezer nadenken.
Centrale vraag waar meerdere antwoorden op gegeven worden.
Genuanceerd.
Stijl is zakelijk.
Slide 9 - Slide
Doel & opbouw
- Kennis maken met verschillende standpunten
- Altijd objectief
- Zowel voor- als nadelen worden besproken
- Altijd inleiding, kern, slot
Slide 10 - Slide
Titel
- Zelf verzinnen
- Informerend en aansluitend
- Maak nieuwsgierig
- Mag een vraag zijn
Slide 11 - Slide
Inleiding
Functies: enthousiasmeren voor actueel thema, door een vraag te stellen of beschrijven van een anekdote
- inleiding over vraagstelling
- alleen objectieve informatie
- inleiding afsluiten met structuuraanduider
Wat is een structuuraanduider??
Slide 12 - Slide
Inleiding
Voorbeeld bij probleem-oplossingsstructuur:
'Deze vraagstelling is uitgewerkt middels twee voordelen en twee nadelen.'
Slide 13 - Slide
Inleiding = 2 alinea's
Alinea 1:
anekdote, persoonlijk verhaal, vraag of actueel probleem bij je onderwerp
Alinea 2:
introduceer je het onderwerp, noem je vraag en structuuraanduider
Slide 14 - Slide
Kern probleem/vraag-oplossing
Alinea 3: oplossing 1 voordeel 1
Alinea 4: oplossing 2 voordeel 2
Alinea 5: oplossing 3 nadeel 1
Alinea 6: oplossing 4 nadeel 2
- 1 deelonderwerp per alinea
- gebruik signaalwoorden!!
Slide 15 - Slide
Slot = samenvatting
- Doel om de lezer aan het denken te zetten
- Geen conclusie, lezer moet zelf oordelen
- Geen nieuwe informatie
- Blijf objectief
- Gebruik signaalwoorden
Slide 16 - Slide
Nu maken:
Nu Nederlands
- Maken opdr. 1 t/m 3 van Schrijven 2.4 blz. 174-175