Omtrek en oppervlakte

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Hoe reken je de OMTREK van een figuur uit?

1. Lengte x breedte
2. lengte x breedte x hoogte
3. lengte x breedte x lengte x breedte
4. lengte + breedte + lengte + breedte

Hoe reken je op de OPPERVLAKTE van een figuur uit?

1. lengte + breedte
2. lengte x breedte
3. lengte x diepte
4. lengte x hoogte

Omtrek berekenen

Kijk naar de lengte van de zijden.

Tel de lengte van de zijden bij elkaar op.

                                                        5 m+ 3 m+ 5 m+ 3 m= 16 m

Alle zijden bij elkaar = omtrek

5 cm + 5 cm + 5 cm + 1 cm + 2 cm + 3 cm + 2 cm + 1 cm = 24 cm 

Oppervlakte berekenen

Om de oppervlakte te berekenen, doe je de lengte keer de breedte.

Lengte × breedte = oppervlakte (m²)

                                5 m x 3 m = 15 m²

Lengte x breedte = oppervlakte 

3 m  x  5 m  =  15 m²

Wat is de omtrek?

Hoeveel meter was de omtrek van het vorige figuur?

1. 21 m
2. 22 m
3. 23 m
4. 24 m

Wat is de omtrek?

Hoeveel meter was de omtrek van het vorige figuur?

1. 28 m
2. 25 m
3. 48 m

Wat is de omtrek?

Wat is de omtrek van de vorige figuur?

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?

1. 22 m²
2. 23 m²
3. 24 m²
4. 25 m²

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?

1. 30 m²
2. 42 m²
3. 48 m²
4. 56 m²

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?

1. 6 m²
2. 12 m²
3. 18 m²
4. 24 m²

Sleep de afbeelding naar de bijbehorende oppervlakte.

32 m²

27 m²

14 m²

Oppervlakte berekenen door het figuur te verdelen

Soms moet je een figuur in meerdere vierkanten of rechthoeken verdelen om de oppervlakte te kunnen berekenen.

Oppervlakte berekenen door het figuur te verdelen

Reken de oppervlakte uit van ieder vierkant of iedere rechthoek en tel deze daarna bij elkaar op.

                                        

  

                                                                                                       8 + 7 = 15 m²

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?

1. 22 m²
2. 23 m²
3. 24 m²
4. 25 m²

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van de vorige figuur?

1. 18 m²
2. 19 m²
3. 20 m²
4. 21 m²

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van het vorige figuur?

1. 18 m
2. 12 m
3. 12 m²
4. 18 m²

Bereken de oppervlakte.

Wat is de oppervlakte van het vorige figuur?

1. 18 m²
2. 19 m²
3. 18 cm²
4. 19 cm²