Voorbeeld: We lossen 6,0 gram calciumchloride op in water.
Er ontstaat een oplossing met een volume van 500 mL.
a. 6,0 gram calciumchloride = 0,054 mol
b. Bereken de molariteit van de opgeloste ionen.
b. oplossen: CaCl2 (s) -> Ca2+ (aq) + 2 Cl- (aq)
molverhouding: 1 1 2
aantal mol 0,054 mol 0,054 mol 0,11 mol
[Ca 2+ ] = 0,054 : 0,500 L = 0,11 mol · L-1 = 0,11 M (molair)
[Cl -] = 0,11 : 0,500 L = 0,22 mol · L-1 = 0,22 M (molair)