H6 - §6.5 Elektrische Energie

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §6.5
  • instructie §6.5
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.5 Energie
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §6.5
  • instructie §6.5
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.5 Energie

Slide 1 - Slide

Nakijken §6.4
timer
7:00

Slide 2 - Slide

Vragen §6.4

Slide 3 - Slide

§6.5 - Je leert
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat te maken heeft met het energiegebruik;
  • rekenen met E = P  x t;
  • berekenen hoeveel je moet betalen voor je energiegebruik.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Spanningsbronnen
Bedenk welke apparaten in huis
je wel en niet kunt laten werken
met deze hometrainers?

Slide 6 - Slide

Energiegebruik van elektrische apparaten
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. 
Het symbool voor vermogen is P.
De eenheid van vermogen is watt (W).

Slide 7 - Slide

Energiegebruik van elektrische apparaten
De hoeveelheid energie die een apparaat per seconde gebruikt, noem je het vermogen van dat apparaat. 
De eenheid van vermogen is watt (W).


                          watt                                   kilo watt
: 1000
x 1000

Slide 8 - Slide

Energiegebruik van elektrische apparaten

Energie druk je uit in  watt (W)

Slide 9 - Slide

Energiegebruik van elektrische apparaten
Op het typeplaatje van een apparaat staat het vermogen vermeld van het apparaat.

Slide 10 - Slide

Energiegebruik berekenen


Waar hangt het Energiegebruik van een apparaat van af?

Slide 11 - Slide

Energiegebruik berekenen
Wat kost meer Energie? 10 minuten stofzuigen of 8 uur tv kijken?

Slide 12 - Slide

Wat kost meer Energie?
10 minuten stofzuigen of 8 uur tv kijken?
A
10 minuten stofzuigen
B
8 uur tv kijken
C
beide evenveel
D
kun je niet zeggen

Slide 13 - Quiz

Energiegebruik berekenen
Het Energiegebruik van een apparaat hangt af van het vermogen en de tijd dat het apparaat aanstaat.

                            E = P x t

Slide 14 - Slide

Energiegebruik berekenen
Gegeven: P = 80 W,      t = 40 min = 40 : 60 =  0.67
Gevraagd: E = ? kWh

Formule:  E = P x t

Berekening: E = 80 x 0,67 = 153,3 kWh

Antwoord: Het energiegebruik van de stofzuiger is 153,3 kWh

Slide 15 - Slide

Rekenen in kilowattuur
Het rekenen in Watt geeft erg grote getallen.
De energiemeter in huis rekent in kilowattuur.


Slide 16 - Slide

Rekenen in kilowattuur
Voorbeeld: Een stofzuiger met een vermogen van 1400 W wordt 1,5 uur gebruikt.
Bereken de Energie in kWh.

Slide 17 - Slide

Rekenen in kilowattuur
Gegeven: P = 1400 W = 1,4 kW,      t = 1,5 h
Gevraagd: E = ? kWh

Formule:  E = P x t

Berekening: E = 1,4 x 1,5 = 2,1

Antwoord: Het energiegebruik van de stofzuiger is 2,1 kWh

Slide 18 - Slide

Energiekosten berekenen
De Energiekosten vind je door de energie te vermenigvuldigen met de prijs van 1 kWh.


Slide 19 - Slide

Energiekosten berekenen
Wat zijn de Energiekosten van de stofzuiger uit het voorbeeld?
1 kWh = €0,27

Energiekosten = energie x prijs van één kWh

Energiekosten = 2,1 x €0,27 = €0,57

Slide 20 - Slide

Even oefenen!
De lampen van het ADO stadion hebben een vermogen van 112 kW en staan gedurende 2,5 uur aan.
Bereken de Energiekosten.
1kWh = €0,27

Slide 21 - Slide

Even oefenen!
Gegeven: P = 112 kW,      t = 2,5 h
Gevraagd: Energiekosten in €
Formule:  E = P x t
Berekening: E = 112 x 2,5 = 280 kWh

Energiekosten = E x prijs van één kWh
Energiekosten = 280 x €0,27 = €75,60
Antwoord: De energiekosten van de verlichting is €75,60

Slide 22 - Slide

Wat weet je al???

Slide 23 - Slide

Hoeveel kW is 430 W?
A
0,43
B
4,3
C
43000
D
430000

Slide 24 - Quiz

Het symbool voor de eenheid van Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 25 - Quiz

Het symbool voor de grootheid Energie
A
P
B
E
C
W
D
kWh

Slide 26 - Quiz

Om Energie te berekenen moet je
het vermogen P in ..... zetten?
A
W
B
kW
C
J
D
h

Slide 27 - Quiz

Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. De lamp brandt 10 uur.

Wat is het energieverbruik?
A
0,6 kWh
B
36.000 J
C
2.160.000 J
D
0,06 kWh

Slide 28 - Quiz

Om de kosten van Energie te berekenen moet je
het vermogen P in ..... zetten?
A
W
B
kW
C
J
D
h

Slide 29 - Quiz

Je kunt nu .....
  • uitleggen wat het vermogen van een apparaat te maken heeft met het energiegebruik.
  • rekenen met energie = vermogen x tijd;
  • berekenen hoeveel je moet betalen als jet het energiegebruik kent.

Slide 30 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Aan de slag!


  • Lezen §6.5 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zf

Slide 32 - Slide