Klas 3 Herhaling H2

Herhaling H2
1 / 40
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke soort water is de meest geschikte grondstof voor het maken van drinkwater?
A
Zeewater
B
Grondwater
C
Rivierwater
D
Slootwater

Slide 5 - Quiz

Het water in meren, sloten en rivieren noem je ook wel:
A
Gedestilleerd water
B
Grondwater
C
Oppervlaktewater
D
Zeewater

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Natuurlijke zepen kunnen worden gemaakt van:
(kies 2)
A
Aardolieproducten
B
Plantaardige olie
C
Detergenten
D
Dierlijk vet

Slide 17 - Quiz

Schematisch gezien heeft een zeepmolecuul een ''kop'' en een ''staart''. Sleep het bijbehorende woord naar kop of staart. 
Kop
Staart

Hydrofiel
Hydrofoob

Slide 18 - Drag question

Wat is een gevolg van de vorming van kalkzeep in de wasmachine?
A
Door de extra zeep wordt alles schoner.
B
Je hebt minder gewone zeep nodig.
C
Kalkzeep zorgt voor een grauwe waas op kleren
D
Kalkzeep reageert met synthetische zepen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Sleep waar of niet waar naar de juiste stelling
Creme is een suspensie. 
Met een emulgator kun je water en olie gemengd houden.
Als je de huid te vaak met zeep wast, dan kan je huid uitdrogen. 
Het is goed om je huidcreme dik aan te brengen
Waar
Waar
Niet waar
Niet waar

Slide 24 - Drag question

Fluoride in tandpasta:
A
Polijst tanden schoon.
B
Doodt de bacteriën.
C
Versnelt het herstel van het tandglazuur.
D
Is een synthetische zeep.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Sleep waar of niet waar naar de juiste stelling
Ketelsteen ontstaat wanneer je water verhit. 

Kalkaanslag geeft een witte aanslag. 
Kalkaanslag op een verwarmingselement kan geen kwaad.

Hoe zachter het water, hoe meer kalkaanslag. 
Waar
Waar
Niet waar
Niet waar

Slide 34 - Drag question

Remar wil de kozijnen van zijn huis schilderen. Voordat hij de kozijnen kan schilderen, moet hij de kozijnen eerst vetvrij maken. Welk schoonmaakmiddel moet hij gebruiken en waarom?
A
Azijn: dit is een zuur schoonmaakmiddel
B
Azijn: dit is een basisch schoonmaakmiddel
C
Ammonia: dit is een zuur schoonmaakmiddel
D
Ammonia: dit is een basisch schoonmaakmiddel

Slide 35 - Quiz

Als je twee schoonmaakmiddelen met elkaar mengt, kan dat heel gevaarlijk zijn doordat er een giftig gas ontstaat.
Welk gas kan er ontstaan?
A
Koolstofdioxide
B
Chloorgas
C
Stikstofdioxide
D
Zuurstof

Slide 36 - Quiz

Bij een proef wordt rood lakmoespapier in een oplossing gedoopt.
Het lakmoespapier kleurt blauw, de oplossing is:
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
D
Gekleurd

Slide 37 - Quiz

Een oplossing kleurt rood lakmoespapier blauw, de oplossing is dus basisch.
Welke zuurgraad kan deze oplossing hebben?
A
2
B
3
C
6
D
8

Slide 38 - Quiz

In reageerbuis 1 zit een oplossing met pH = 2.
In reageerbuis 2 zit een oplossing met pH = 5.
In welke reageerbuis is de oplossing agressiever en waarom?
A
Reageerbuis 1: want hogere pH
B
Reageerbuis 2: want hogere pH
C
Reageerbuis 1: want lagere pH
D
Reageerbuis 2: want lagere pH

Slide 39 - Quiz

Klaar voor deze les 
Maak: test jezelf H2 (weekplanning)

Volgende les: 2.5 herhaling


Slide 40 - Slide