Les 2.5 Engels

1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Recap adjectives
Describe your fellow classmate with five adjectives and why.

1 minute to write down.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 8 - Slide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.
                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.
                                                         Hopefully, she will call me back later.


Slide 9 - Slide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily

Slide 10 - Slide

Uitzonderingen:


good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long

Slide 11 - Slide

DUS...

Ron is a careful driver.

Ron drives carefully.

Slide 12 - Slide

My aunt always cries very ___!
A
loud
B
loudly

Slide 13 - Quiz

___, my mum will buy me some birthday presents!
A
Hopeful
B
Hopefully

Slide 14 - Quiz

Hermione ___ answered the question.
A
happy
B
happily

Slide 15 - Quiz

Beyoncé dances ___, doesn't she?
A
fabulous
B
fabulously

Slide 16 - Quiz

Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Een infographic...
• Overzichtelijke visuele weergaves van informatie, data of kennis.
• Complexe informatie kun je snel, helder en visueel aantrekkelijk maken

Slide 21 - Slide

Hoe lees je ook alweer een Engelse tekst?
Tips voor lezen?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide