This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Je kunt
omschrijven dat variatie in genotypen ontstaat door geslachtelijke voortplanting
uitleggen wat mutaties zijn en hoe ze ontstaan
uitleggen wat kanker is
Slide 2 - Slide
Variaties in genotypen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
genenparen
Slide 5 - Slide
Genenparen
Een DNA-verwantschapstest onderzoekt genenparen die ongelijk zijn. De helft van een genenpaar is afkomstig van de moeder, de andere helft van de vader.
Als een genenpaar ongelijk is, kan worden uitgezocht welk gen van de vader of moeder komt.
Genenpaar: 2 gelijke genen
Homozygoot
1
Genenpaar: 2 ongelijke genen
heterozygoot
2
Genenpaar: 2 gelijke genen
Homozygoot
3
Genenpaar: 2 ongelijke genen
Heterozygoot
4
Genenpaar: 2 gelijke genen
Homozygoot
5
van...
bijv. van moeder
van...
bijv. van vader
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Mutaties
Chromosomen bestaan uit DNA
DNA kan beschadigt raken bv bij celdeling of door straling
de informatie voor erfelijke eigenschappen kan veranderd zijn
Dit noemen we een mutatie
als een mutatie zichtbaar is in het fenotype noemen we zo een organisme een mutant
Slide 8 - Slide
Mutatie
Bij een mutatie heb je een plotselinge verandering van het genotype.
Mutant: een organisme waarbij een mutatie in het fenotype te zien is.
Door mutaties ontstaat variaties in het fenotype.
Mutaties ontstaan door: straling (radioactieve, rontgenstraling en ultraviolette straling in zonlicht) en bepaalde chemische stoffen.