werkversie M3 TW 2 LEES-SCHRIJFVAARDIGHEID

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

TW 2 Lees-schrijfvaardigheid

*gebruik woordenboek F-N/ N-F toegestaan

* lees goed de tekstfragmenten door,de vragen worden vooraf en achteraf gesteld. 

Bonne chance! 

Tekst 1 

In de nu volgende tekst lees je over het Bretonse  eiland Ile de Molène.

Lees de tekst en let op de volgende informatie;

ligging, hoe kom je er?

Waar ligt Ile de Molène?
(klik op afbeelding om in te zoomen)

Hoe kom je er?

"Quelques dizaines d'habitants"
Hoeveel inwoners telt het eiland?

Ile de Molène heeft alle typische kenmerken van Bretagne.
(klik op afbeelding)

1. vrai
2. faux

Je vindt er de mooiste monumenten

1. vrai
2. faux

Ile de Molène heeft kiezelstranden

1. vrai
2. faux

Tekst 2 

Patrick is figurant geweest tijdens de opname van een tv film

Lees over zijn ervaringen, en geef antwoord op de vragen.

Op welke dag vinden de opnames plaats?

Patrick is te laat

1. vrai
2. faux

alinea 2 en 3

Wat kom je te weten over het verhaal van de film? In welke tijd speelt het zich af?

Het verhaal speelt zich af in de .. eeuw

1. 15e
2. 19e
3. 20e
4. 21e

"Silence demandé"
Wat wordt gevraagd voor de opnames?

alinea 4,5

4; Hoe ziet de opnamedag eruit; let op de tijdstippen en plaatsen.

5; Wordt Patrick betaald voor zijn rol? Wat zegt hij over de kostuums?

De opnames vinden plaats op 1 plek (zoom in )

1. vrai
2. faux

Mag Patrick het kostuum meenemen?

Verdient hij 80 euro per dag of per week?

Met dit formulier schrijf je je in bij ;

Je ontvangt elke dag advertenties waarin figuranten gevraagd worden

1. vrai
2. faux

"offre valable pour une durée de deux semaines environ"
Hoe lang is het aanbod geldig?

Tekst 4 

Welk probleem heeft Aurélien?

Over welk probleem schrijft Aurélien ?

1. hij mist zijn vakantievriendin
2. hij is het adres kwijt van zijn vakantievriendin
3. hij durfde niets tegen haar te zeggen
4. hij zei de verkeerde dingen tegen zijn vakantievriendin

Volgens Benjamin moet Aurélien;

Schrijfvaardigheid

In de nu volgende slides schrijf je een mail aan een Franse vriend/in die vorig jaar op vakantie hebt ontmoet. Volgende maand ga je hem/haar bezoeken in Parijs. 

Let op het gebruik van de juiste tijd, gebruik géén Google translate, wel een woordenboek indien nodig. 

vertaal;
Beste ...... (verzin een naam)

Hoe gaat het met je?=

Met mij gaat het goed=

Ik werk veel voor school nu=

Heb jij ook veel huiswerk?=

Over een maand zien we elkaar! =(futur proche)

Ik heb mijn treinkaartje gekocht=
(passé composé)

Ik zal aankomen op 26 maart=(futur simple)

Kom je me ophalen? =

Ik zal aankomen om 13.00=(futur simple)

Zeg dat je .... voor hem/haar zult meenemen. (zelf verzinnen)

Zeg dat je heel veel zin hebt om hem/haar en zijn/haar familie weer te zien;

Sluit de mail af;

Fin! 

A bientôt!!!