Hoofdstuk 1 Geld moet rollen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan wanneer je aan economie denkt?

Slide 2 - Open question

Economie helemaal nieuw? Niet echt! 

Slide 3 - Slide


Welk land zal in 2019 waarschijnlijk de Europese Unie verlaten?
A
België
B
Groot Brittannië
C
Kroatië
D
Zwitserland

Slide 4 - Quiz


Welk EU land betaald niet met de euro?
A
Estland
B
Letland
C
Polen
D
Litouwen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide


Wat is de favoriete bijbaan voor een 13 jarige jongen?
A
Vakken vullen
B
Helpen op een boerderij
C
Oppassen
D
Een krantenwijk

Slide 7 - Quiz

Hoeveel korting krijg je wanneer je vier producten koopt en je slechts drie producten hoeft te betalen?
A
15%
B
20%
C
25%
D
33%

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


Wie krijgt er het meeste zakgeld?
A
Jeroen krijgt € 5 zakgeld per week
B
Niels krijgt € 20 zakgeld per maand
C
Merel krijgt € 60 zakgeld per kwartaal

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat hebben we nodig?
  • Boek, Pincode, tekstboek, economie, 6e editie 3 vmbo-gt
  • Schrift
  • Ipad
  • Rekenmachine

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Pincode bestaat uit 8 hoofdstukken
  • Weet je het nog?
  • Vier paragraven per hoofdstuk
  • Begrippen
  • Oefenopgaven
  • Rekenen
  • Examentraining

Slide 14 - Slide

Belangrijk!
  • Antwoord altijd in hele zinnnen. 
  • Schrijf altijd je berekeningen op.
  • Antwoord een meerkeuze vraag altijd met een hoofdletter.
  • Gebruik de juiste symbolen zoals: %, $, €
  • Rond antwoorden correct af. Mensen op gehele getallen, geld op twee decimalen, procenten op één decimaal en alle overige getallen op één decimaal. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 1 Hoe groot is jouw welvaart?

1.1 Waar heb jij behoefte aan?

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt benoemen war voor behoeften je kunt hebben.
  • Je kunt uitleggen wat schaars betekent in de economie.
  • Je weet wat je welvaart bepaalt. 

Slide 18 - Slide

Economie






Keuzes

Slide 19 - Slide

Keuzes

Slide 20 - Slide

Technologische ontwikkelingen
Videoband --> dvd --> blu-ray
E-commerce

Slide 21 - Slide

Prioriteiten
Behoeften
Middelen

Slide 22 - Slide

Schaarse en vrije goederen
Schaars --> er is niet vanzelf, zonder inspanning voldoende van

Vrije goederen --> er hoeven geen middelen voor te worden opgeofferd

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


Je hebt 15 minuten de tijd voor het maken van opgave 1 t/m 7 van paragraaf 1.1 


Slide 25 - Slide

Bespreken opgave 1 t/m 7

Slide 26 - Slide

Welvaart
De mate waarin je in je behoefte kunt voorzien

Welvaart laten stijgen

Slide 27 - Slide

Rekenen

Te berekenen aantal of bedrag = percentage : 100 x totaal
of
Maak gebruik van een tabel

Slide 28 - Slide

Huiswerk
Maken opgave 8 t/m 13 

Slide 29 - Slide

Terugblikken op leerdoelen
  • Je kunt benoemen war voor behoeften je kunt hebben.
  • Je kunt uitleggen wat schaars betekent in de economie.
  • Je weet wat je welvaart bepaalt. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide