Mavo 3 Hoofdstuk 1 --> les 1




Welkom bij economie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson




Welkom bij economie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Wat is economie? Wat kun je verwachten?
  • Wat heb je nodig?
  • Lessonup
  • Belangrijk!
  • Uitleg paragraaf 1 deel 1
  • Aan de slag
  • Uitleg paragraaf 1 deel 2
  • Aan de slag
  • Bespreken opgaven

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan
wanneer je aan
economie denkt?

Slide 3 - Mind map

Economie helemaal nieuw? Niet echt! 

Slide 4 - Slide


Welk land heeft in 2020 te Europese Unie verlaten?
A
België
B
Groot Brittannië
C
Kroatië
D
Zwitserland

Slide 5 - Quiz


In welk EU land betalen ze niet met de euro?
A
Estland
B
Letland
C
Polen
D
Litouwen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Hoeveel korting krijg je wanneer je vier producten koopt en je slechts drie producten hoeft te betalen?
A
15%
B
20%
C
25%
D
33%

Slide 8 - Quiz


Wie krijgt er het meeste zakgeld?
A
Jeroen krijgt € 5 zakgeld per week
B
Niels krijgt € 20 zakgeld per maand
C
Merel krijgt € 60 zakgeld per kwartaal

Slide 9 - Quiz

Hoe rond je het getal 5,49 correct af op een geheel getal?
A
5
B
5,50
C
5,5
D
6

Slide 10 - Quiz

Wat hebben we nodig?
  • Boek, Pincode, tekstboek, economie, 7e editie vmbo-gt
  • Schrift (ruitjes of lijntjes)
  • Rekenmachine
  • Pen
  • IPad

Slide 11 - Slide

Regels
  • Telefoons blijven in je tas/broek/kluis
  • Eten en drinken doe je in de pauze
  • Als je iets wilt vragen of doen, steek even je hand op.

Slide 12 - Slide

Het boek
  • 4 paragrafen per hoofdstuk
  • Samenvatting
  • Begrippen
  • Herhalingsopdrachten
  • Plusopdrachten
  • Rekenen
  • Examentraining

Slide 13 - Slide

Belangrijk!
  • Antwoord altijd in hele zinnnen. 
  • Schrijf altijd je berekeningen op.
  • Antwoord een meerkeuze vraag altijd met een hoofdletter.
  • Gebruik de juiste symbolen zoals: %, $, €
  • Rond antwoorden correct af. Mensen op gehele getallen, geld op twee decimalen, procenten op een decimaal en alle overige getallen op een decimaal. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 1
Hoe welvarend ben jij?




1.1 Kun je kopen wat je wilt?
1.2 Hoe word je beïnvloed?
1.3 Je inkomsten en uitgaven
1.4 Wordt alles duurder?

Slide 16 - Slide

Waaraan heb jij de afgelopen week geld uitgegeven om je leven beter of prettiger te maken?

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
1.1 
Aan het einde van deze les weet je...

... wat het verschil is tussen primaire behoeften en secundaire behoeften.
... wat het bij economie betekent als iets schaars is.
... wat je welvaart is en hoe je welvaart kan toenemen.
... hoe je met een percentage een getal kunt uitrekenen. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Welke twee soorten behoeften ken je nu?

Slide 20 - Slide

Wanneer noemen we iets bij economie schaars?
Wanneer er middelen nodig zijn om een product te maken is het product schaars. 
Tijd, geld en arbeid zijn voorbeelden van middelen. 

Slide 21 - Slide

Wat bedoelen we met welvaart?
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien. 

Slide 22 - Slide

Waarom moet je prioriteiten stellen?

Slide 23 - Slide

Aan het werk!


De komende 15-minuten ga je aan de slag met het maken van 
opgave 1 t/m 11


Slide 24 - Slide

1.1 Kun je kopen wat je wilt?
Rekenen

Met procenten een getal berekenen. 
Te berekenen getal = percentage : 100 * totaal

Voorbeeld
Je inkomen is €840. Daarvan spaar je 15%. Hoeveel spaar je per maand?
10015840=126

Slide 25 - Slide

Aan het werk


Afmaken paragraaf 1

Klaar? 
Maak de rekenopgave op blz. 32

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Maken opgave 2 t/m 14 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide