Present vs continious

Present simple VS Present continuous
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Present simple VS Present continuous

Slide 1 - Slide

When do we use the Present simple?
bij:
- feiten she lives in Amsterdam
- gewoonten he always plays games at night
- regelmatige gebeurtenissen the train leaves at 9 am every morning
*kijk of je signaalwoorden ziet*

Slide 2 - Slide

Present simple
- Hele werkwoord
-Bij He/She/It -> shit regel: hele werkwoord + s

signaalwoorden:
always, never, often, sometimes, usually, every week/month/day

Slide 3 - Slide

Examples
I walk
You walk
He/She/It walks
We/You/They walk

Slide 4 - Slide

Present Continuous
Verschil met Present Simple:
- Present Simple is een feit, gewoonte of regelmatige gebeurtenis.
Present Continuous:
- je bent op dit moment bezig met iets.
- je bent van plan om iets te doen.
- je irriteert je aan iets.

Slide 5 - Slide

Examples
- je bent op dit moment bezig met iets. (now, listen, at the moment)
Listen, Sara is playing the guitar. (nu)
- je bent van plan om iets te doen.
I am watching a film tonight. (plan)
- je irriteert je aan iets. (always)
they are always imitating me. (irritatie)

Slide 6 - Slide

How to use it
je gebruikt:
to be + werkwoord + ing
(to be= am/are/is)

dus bijvoorbeeld:
- I am watching a movie
- I am playing a game

Slide 7 - Slide

Let's Practice!

Slide 8 - Slide

Every Monday, Sally ....... to work
A
is driving
B
drives
C
drive

Slide 9 - Quiz

Every monday is een signaalwoord dat aangeeft dat het een regelmatige gebeurtenis is.

daarom gebruiken we de Present Simple:
werkwoord+s
drives

Slide 10 - Slide

ssssh! Be quiet! John ..........
A
sleeps
B
is sleeping
C
sleep

Slide 11 - Quiz

Test yourself!
https://play.kahoot.it/v2/?quizId=7dd95ab8-554b-4c29-b29e-6c716a7a5c25  

Slide 12 - Slide