U2 Spaans periode 3 gespreksvaardigheid

1 / 11
next
Slide 1: Video
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Qué vamos a hacer hoy en las clase de español?

Slide 2 - Slide

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para hoy
Hablar sobre las vacaciones
El horario del examen oral
Preguntas
La evaluación

Slide 3 - Slide

La clase anterior
Habla en holandés sobre la clase anterior en holandés con ayuda de estas imágenes:



timer
1:00

Slide 4 - Slide

La preparación para la clase

¿Qué tiempo hace ahora en Ámsterdam?
¿Qué tiempo hace ahora en Sevilla?

Slide 5 - Slide

Hablar sobre las vacaciones
Escribe en tu cuaderno o en tu documento word 6 actividades que haces en las vacaciones.
Escribe en holandés y busca el significado en el diccionario.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Vocabulario vacaciones
dormir tarde = uitslapen
visitar = bezoeken
surfear = surfen
nadar = zwemmen
beber = drinken
comer = eten
viajar = reizen
divertirse = het leuk hebben
aburrirse = zich vervelen
leer libros = boeken lezen
ir a la playa = naar het strand gaan

Slide 7 - Slide

Hablar sobre las vacaciones
¿Dónde vas a ir de vacaciones?
Voy a ir de vacaciones a.....
¿Con quién vas a ir de vacaciones?
¿Qué actividades vas a hacer en las vacaciones?
¿Qué tiempo va a hacer en tus vacaciones?
¿Cómo vas a ir de vacaciones?

Slide 8 - Slide

El horario del examen oral
9 de junio:
10:20-10:30 Puk & Evelien
10:30-10:40 Mats & Tijn
10:40-10:50 Alex & Jonas
10:50-11:00 Karsten & Reinier
11:00-11:10 Moos & Yannick 

13 de junio:
11:05-11:15 Chakir & Shane
11;15-11:25 Kiki & Xitara
11:25-11:35 David & Quinten
11:35-11:45 Tristan & Mees
16 de junio:
10:20-10:30 Indy & Mara
10:30-10:40 Sara & Bo
10:40-10:50 Tara & Merle
10:50-11:00 Yuri & Alex

Slide 9 - Slide

Preguntas
¿Tienes preguntas sobre el examen oral?
Onderwerpen: 
familie/huisdieren/hobby's
school: je vakken, lievelingsvakken/minder leuke vakken, rooster
routine: wat doe je in de ochtend, middag, s'avonds (onregelmatige werkwoorden! dagen, kloktijden)
huis: beschrijven van je slaapkamer met hay/ser/estar
vakantie: land, activiteiten, weer

Slide 10 - Slide

La evaluación
Levanta la mano:
1. Ik kan iets over het weer zeggen in het Spaans.
2. Ik weet hoe ik in het Spaans moet zeggen wat ik in de vakantie ga doen.
3. Ik denk dat ik goed voorbereid ben voor de mondeling.
4. Ik vind de mondeling best wel spannend.

Slide 11 - Slide