Inoefenen woordenschat Deel3 Les1

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Inoefenen woordenschat D3 L1

Hij sloeg zichzelf een figuur omdat zijn broek afviel.

Meneer Ockier vermande Jonas omdat hij niet aan het opletten was.

De vrouw vermande zich op het taartje.

Ik aarzel als ik nieuwe schoenen zou kopen in die dure winkel.

De jongen aarzelde voor die laatste vraag op de toets.

Ze zou nogal een figuur slaan, moest ik verliezen tegen een kind van 4 jaar.

De leerkracht vermaant de leerlingen toen ze wouden spieken bij die toets.

De leerkracht vermaande die leerlingen omdat hij weer aan het praten was.

De leerlingen schemeren bij de volgende vraag want de vraag is heel moeilijk.

Mevrouw Debrouwere sloeg zich een figuur tot één van de beste klassenleraars.

De spreker vroeg de man te reconstrueren uit de zaal wegens storend gedrag.

Mijn zus wil altijd elimineren als ze iets niet mag van mijn ouders.

Elke schooldag verloopt bij mij volgens een vast aspect.

Ik probeerde mijn standpunt zo goed mogelijk te verdedigen en gebruikte hiervoor een aantal fictieve argumenten.