Werkwoorden les 1

Welke vorm van het werkwoord bestaat?
A
gepland
B
geplant
C
ze kunnen allebei
1 / 34
next
Slide 1: Quiz
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welke vorm van het werkwoord bestaat?
A
gepland
B
geplant
C
ze kunnen allebei

Slide 1 - Quiz

Welke vorm van het werkwoord bestaat?
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
ze kunnen allebei

Slide 2 - Quiz

Welke vorm van het werkwoord bestaat?
A
word
B
wordt
C
ze kunnen allebei

Slide 3 - Quiz

OEFENINGEN PRESENS

Slide 4 - Slide

Bie........ deze garage voldoende ruimte voor twee auto's?
A
d
B
t
C
dt

Slide 5 - Quiz

Berei........... jij je maar voor op je examen.
A
d
B
t
C
dt

Slide 6 - Quiz

Als het donker wor........., liften we liever niet.
A
t
B
dt
C
d

Slide 7 - Quiz

Beantwoor... hij zijn mails altijd zo laat?
A
d
B
t
C
dt

Slide 8 - Quiz

OEFENINGEN IMPERFECTUM

Slide 9 - Slide

De trainer ... (schorsen) de voetballer, omdat hij zich niet aan de regels hield.

A
schorste
B
schorstte

Slide 10 - Quiz

Gisteren …. (beantwoorden) mijn baas al mijn vragen over mijn nieuwe functie.
.
A
beantwoorde
B
beantwoordde

Slide 11 - Quiz

Het voorstel ...(bieden) wel degelijk een oplossing voor de impasse.

A
bood
B
boodt
C
biedde
D
boodde

Slide 12 - Quiz

In 2018 ... (starten) ik met mijn studies.

A
starte
B
startte

Slide 13 - Quiz

Vroeger .... (luisteren) ik nooit naar mijn ouders.


A
luisterde
B
luisterdde

Slide 14 - Quiz

OEFENINGEN PERFECTUM

Slide 15 - Slide

Zij is in 2017 naar Brussel .... (verhuizen)
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt

Slide 16 - Quiz

Heeft hij het filmpje op Youtube ....(plaatsen)?
A
geplaatst
B
geplaatsd
C
geplaatsdt

Slide 17 - Quiz

Er werd tot in de vroege uurtjes .... (fuiven) bij de opening van het nieuwe café.
A
gefuifd
B
gefuivd
C
gefuift
D
gefuivt

Slide 18 - Quiz

Het is onbegrijpelijk hoe zo'n ongeluk is .... (gebeuren)
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt

Slide 19 - Quiz

Ik vermoed dat de pizza binnen een kwartier wordt .... (leveren)
A
geleverd
B
gelevert
C
geleverdt

Slide 20 - Quiz

MIX OEFENINGEN

Slide 21 - Slide

Eerst .... de speurders dat hij de moord had gepleeg...
A
vermoede
B
vermoeden
C
vermoedde
D
vermoedden

Slide 22 - Quiz

Eerst vermoedden de speurders dat hij de moord had ...
A
gepleegd
B
gepleegt
C
gepleegdt

Slide 23 - Quiz

De fotograaf ... dat hij vandaag de foto's nog ontwikkel...
A
belooft
B
beloofd
C
beloofdt

Slide 24 - Quiz

De fotograaf belooft dat hij vandaag de foto's nog ...
A
ontwikkelt
B
ontwikkeld
C
ontwikkeldt

Slide 25 - Quiz

Sébastien heeft de hele namiddag ...., daarom is hij zo moe.
A
gestudeerd
B
gestudeert
C
gestudeerdt

Slide 26 - Quiz

Sébastien heeft de hele namiddag gestudeerd, daarom is hij zo ....
A
vermoeit
B
vermoeid
C
vermoeidt

Slide 27 - Quiz

De leraren ... dat de leerlingen heel erg waren verander...
A
beweerden
B
beweerde
C
beweerdden
D
beweerdde

Slide 28 - Quiz

De leraren beweerden dat de leerlingen heel erg waren ...
A
verandert
B
veranderd
C
veranderdt

Slide 29 - Quiz

Hij .... mij niet.
A
herkent
B
herkend

Slide 30 - Quiz

.... die man altijd zo?
A
Reageert
B
Reageerd

Slide 31 - Quiz

Zij was helaas niet .... op haar examen.
A
geslaagd
B
geslaagt

Slide 32 - Quiz

Heb jij het geld eerlijk .....?
A
verdeelt
B
verdeeld

Slide 33 - Quiz

Ik hoop dat er geen ongeval ....
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 34 - Quiz