Paragraaf 2.2 Hoogtelijnen deel 2

• Middelbare school

Wat leer je in deze les?

• Wat hoogtelijnen zijn.
• Hoe je de hoogte schat in een afbeelding met hoogtelijnen.
• Hoe je een verticale doorsnede maakt bij een hoogtekaart.

Verticale doorsnede van een landschap

• Naast hoogtelijnen hebben wij ook hoogtekaarten. 
• Een hoogtekaart geeft veel informatie over het landschap. 
• Je kunt bijvoorbeeld een schets maken van het verloop van de hoogte van een weg. Dat heet een verticale doorsnede. van het maken van zo’n doorsnede.
• Hoe je zo een verticale doorsnede tekent, zie je in de volgende film 

Opgave 33 blz 85

Allard heeft de doorsnede van punt P naar punt Q getekend. Op de verticale as staat bij punt P 400 m.

Vul de overige getallen op de verticale as in. Gebruik de getallen van de hoogtelijnen.

300

350

500

550

600

650

700

750

325

525

625

Opgave 33 blz 85
Gebruik de kaart op blz 85 van opgave 33. Allard heeft de doorsnede van punt P naar punt Q getekend. Allard staat bij punt P. Kan hij de hut bij punt Q zien?

1. Ja
2. Nee

Opgave 34 blz 86
Gebruik de kaart op blz 86 van opgave 34. Maak de vragen a t/m g. Ziet jouw doorsnede ook uit als de kaart op de volgende slide?

1. Ja
2. Nee

Doorsnede opgave 34 blz 86

Opgave 35 blz 86
Gebruik de kaart op blz 86 van opgave 35. Maak de vragen a en b. Ziet jouw doorsnede ook uit als de kaart op de volgende slide?

1. Ja
2. Nee

Doorsnede opgave 35 blz 86

Opgave 35 blz 86
Gebruik de kaart op blz 86 van opgave 35. Willard staat in punt A. Marleen staat in punt B. Kunnen zij elkaar zien?

1. Ja
2. Nee

Opgave 36a blz 86
Gebruik de kaart op blz 86 van opgave 35. Maak de vraag a. Ziet jouw doorsnede ook uit als de kaart op de volgende slide?

1. Ja
2. Nee

Doorsnede opgave 36a blz 86

Opgave 36b blz 86
Gebruik de kaart op blz 86 van opgave 35. Carlijn staat in punt H. Marion staat in punt G. Kunnen zij elkaar zien?

1. Ja
2. Nee

Opgave 36c blz 86
Gebruik de kaart op blz 86 van opgave 35. Marion volgt van G naar H de rode lijn. Als zij op een hoogste punt komt, rust zij even uit. Hoeveel keer rust Marion uit?

1. 2
2. 3
3. 1
4. 4