This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 1.3
Steunweefsel
Beautylevel 2 Het menselijk lichaam
Slide 1 - Slide
Hoe werkt een holocriene klier?
A
Scheiden alleen het product af wat in de klier gemaakt wordt. De kliercel blijft behouden.
B
Scheiden het product en een deel van de kliercel af.
C
Scheiden het product en de gehele kliercel af.
Slide 2 - Quiz
Waar bevind zich het DNA?
A
In het cellichaam
B
In de celkern
C
In het cytoplasma
Slide 3 - Quiz
Hoe werkt een eccriene klier?
A
De kliercel gaat voor een deel verloren
B
De kliercel gaat in zijn geheel verloren
C
De kliercel blijft in zijn geheel in tact.
Slide 4 - Quiz
Leerdoelen
Je kan drie soorten steunweefsel benoemen.
Je kan benoemen waaruit bindweefsel is opgebouwd.
Je de verschillende soorten kraakbeen benoemen en waar ze zich bevinden in het lichaam.
Je kan benoemen waaruit beenweefsel is opgebouwd.
Slide 5 - Slide
Steunweefsel
De cellen van steunweefsel liggen niet tegen elkaar aan maar zijn juist gescheiden door tussencelstof.
Er zijn drie soorten steunweefsel:
Bindweefsel, met vezelige tussenstof
Kraakbeenweefsel, met een veerkrachtige tussenstof
Beenweefsel, met een harde tussenstof.
Slide 6 - Slide
Bindweefsel
Bindweefsel is het meest voorkomende bindweefsel in het lichaam.
Bestaat uit: bindweefselcellen, bindweefselvezels en cel-tussenstof.
Bindweefsel vind je in de huid, pezen, gewrichten, botten en wanden van bloedvaten.
Slide 7 - Slide
Bindweefselcellen
Bindweefselcellen worden ook wel fibroblasten genoemd.
Spelen een belangrijke rol bij:
Aanmaak van bindweefsel
Opbouw van bindweefselvezels
Vorming van celtussenstof
Vorming van hyaluronzuur
Slide 8 - Slide
Bindweefselvezels
3 soorten:
Collagene vezels: Erg sterk en kan niet mee rekken. Hoe meer collageen hoe sterker het weefsel. (bv in de lederhuid)
Elastische vezels: Werkt net als elastiek. Op veel plekken in ons lichaam te vinden.
Reticuline vezels: dun en fijne structuur. Bevinden zich op plaatsen waar bindweefsel grenst aan ander weefsel. bv ogen, mond
Slide 9 - Slide
Celtussenstof
De stof die cellen en vezels met elkaar verbindt.
De verhouding tussen bindweefseltussenstof en de vezels bepaalt het soort bindweefsel.
3 soorten bindweefsel:
Vast bindweefsel: bevat veel collagene vezels en weinig elastische en reticuline vezels. (Beenvlies, pezen en banden om gewrichten).
Dicht bindweefsel: dicht netwerk van elastische en collagene vezels. (Lederhuid, waardoor de huid stevigheid krijgt).
Losmazig bindweefsel: Los netwerk van elastische en reticuline vezels, weinig collagene vezels. Zacht en gemakkelijk te vervormen. (Onderhuid, zorgt ervoor dat de huid op de onderlaag heen en weer kan schuiven.
Slide 10 - Slide
Functie van bindweefsel
Steunen en verbinden de weefsels in het lichaam.
Op sommige plekken maakt bindweefsel bloedcellen aan of slaat het vet op.
Reticulair bindweefsel belangrijk bij het aanmaken van bloedcellen en bloedplaatjes. Het weefsel bevindt zich in het rode beenmerg en lymfoïde weefsel in de lymfeknopen.
In losmazig bindweefsel kan vet worden opgeslagen. Vetweefsel bestaat uit losmazig weefsel met veel vetcellen.
Slide 11 - Slide
beautylevel.nl
Slide 12 - Link
Kraakbeenweefsel
Elastisch en veerkrachtig steunweefsel.
Bevat weinig bloedvaten en geneest moeilijk.
Functies:
Steun aan weke delen in lichaam.
Verbindt verschillende beenderen. (tussenwervelschijven)
Glijvlak voor gewrichten. (enkel)
Geeft vorm aan het lichaam. (neus en oren).
Slide 13 - Slide
Soorten kraakbeen
Elastisch kraakbeenweefsel: gemakkelijk vervormbaar, veel elastische vezels. (Neusvleugels en in de oorschelpen).
Glasachtig kraakbeen: Stevig maar wel soepel, bestaat uit dunne collage vezels en elastische vezels. Ook wel hyalien kraakbeen genoemd. (Bekleedt de uiteinden van de gewrichten, verbinding ribben en borstbeen).
Vezelig kraakbeen: Sterk en stevig, veel collagene vezels. Komt voor op plaatsen waar grote druk en kracht op staat zoals tussenwervelschijven en de meniscus.
Slide 14 - Slide
Beenweefsel
Is hard en stevig.
Ook wel botweefsel genoemd.
De basis van het skelet.
Functies:
Geeft vorm en steun aan het lichaam.
Beschermd belangrijke organen.
Zorgt voor vorming van bloedcellen.
Aanhechtingsplaats voor spieren.
Slide 15 - Slide
Opbouw van beenweefsel
Bestaat uit cellen met harde tussenstof en collageenvezels.
Heeft veel bloedvaten en is hard en stevig door de kalkzouten.