STEUNWEEFSEL

STEUNWEEFSEL
1 / 42
next
Slide 1: Slide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 115 min

Items in this lesson

STEUNWEEFSEL

Slide 1 - Slide

INHOUD VAN DE LES
  • Verschillende tussenstoffen van steunweefsel
  • Soorten vezels 
  • Soorten bindweefsel
  • Plaatsen waar bindweefsel voorkomt
  • Soorten kraakbeenweefsel
  • Plaatsen waar kraakbeenweefsel voorkomt
  • Functies beenweefsel
  • Opbouw van een bot
  • Botvorming

Slide 2 - Slide

DOEL VAN DE LES
  • Soorten steunweefsels leren kennen 

  • Functies van de steunweefsels bestuderen

  • Plaatsen van het steunweefsel kunnen benoemen

Slide 3 - Slide

STEUNWEEFSEL
De cellen liggen NIET dicht tegen elkaar maar ze zijn van elkaar gescheiden door een tussenstof

Slide 4 - Slide

SOORTEN STEUNWEEFSEL
  • Bindweefsel

  • Kraakbeenweefsel

  • Beenweefsel (botweefsel) 

Slide 5 - Slide

BINDWEEFSEL
Bijzondere vorm is reticulair bindweefsel = bindweefsel van bloed en lymfe

Slide 6 - Slide

TUSSENSTOF VAN STEUNWEEFSEL
  • Bindweefsel: vezelig

  • Reticulair bindweefsel: vloeibaar

  • Kraakbeenweefsel: veerkrachtig, taai en vezelig

  • Beenweefsel: hard 

Slide 7 - Slide

BELANGRIJKSTE WEEFSELS VOOR HET GEVEN VAN STEUN
  • Kraakbeenweefsel

  • Beenweefsel

Slide 8 - Slide

BINDWEEFSEL
In de tussenstof zitten vezels:

  • Collagene vezels = collagenen

  • Elastische vezels = elastinen

  • Reticulaire vezels = reticulinen

Slide 9 - Slide

COLLAGENE VEZELS
  • Ze bieden stevigheid

  • Ze vormen bundels

Slide 10 - Slide

ELASTISCHE VEZELS
  • Veel dunner dan collagenen 

  • Zijn elastisch

Slide 11 - Slide

RETICULAIRE VEZELS
  • Zijn heel dun

  • Vormen netwerken

Slide 12 - Slide

SOORTEN BINDWEEFSEL
  • Vast bindweefsel

  • Dicht bindweefsel

  • Losmazig bindweefsel 

Slide 13 - Slide

VAST BINDWEEFSEL 
  • Veel collagenen

  • Weinig elastinen

  • Weinig reticulinen 

Slide 14 - Slide

PLAATSEN VAST BINDWEEFSEL
  • Pezen
  • Banden
  • Gewrichtskapsels
  • Vliezen om organen en spieren
  •  Beenvlies = periost

Slide 15 - Slide

DICHT BINDWEEFSEL
  • Elastinen en collagenen vormen een dicht netwerk

  • Weinig reticulinen 

Slide 16 - Slide

PLAATSEN DICHT BINDWEEFSEL
  • Lederhuid
  • Elastische banden van de wervelkolom
  • Stembanden
  • Wanden van bloedvaten
  • Hart

Slide 17 - Slide

LEDERHUID = CORIUM = DERMIS
Tussen de mazen van het dichte netwerk liggen:

  • Fibroblasten
  • Mestcellen
  • Histiocyten en macrofagen

Slide 18 - Slide

LOSMAZIG BINDWEEFSEL
  • Elastinen en reticulinen vormen een grof netwerk = losmazig

  • Weinig collagenen 

Slide 19 - Slide

PLAATSEN LOSMAZIG BINDWEEFSEL
  • Onderhuid 

  • Tussen de organen

Slide 20 - Slide

FUNCTIES VAN BINDWEEFSEL
  • Zorgen voor verbinding en steun

  • Maken van bloedcellen

  • Opslaan van vet 

Slide 21 - Slide

AANMAAK BLOEDCELLEN
  • In het reticulaire bindweefsel

  • Plaatsen:
  • Rode beenmerg
  • Lymfoïde weefsel 

Slide 22 - Slide

PLAATSEN RODE BEENMERG
  • Platte beenderen

  • uiteinden pijpbeenderen = epifysen

  • Onregelmatige beenderen 

Slide 23 - Slide

BLOEDCELLEN
  • Erytrocyten

  • Leukocyten (granulocyten en lymfocyten)

  • Trombocyten 

Slide 24 - Slide

LYMFOÏDE WEEFSEL
  • Plaats: in de lymfeknopen

  • Aanmaak lymfocyten 

Slide 25 - Slide

OPSLAG VET
  • In het onderhuidse bindweefsel

  • In de vetcellen = lipocyten 

Slide 26 - Slide

PLAATSEN VETWEEFSEL
  • Onderhuid
  • Rond de nieren
  • In de plooi van het buikvlies
  • Rond de oogbol
  • in de handpalmen
  • onder de voetzolen
  • In het gele beenmerg van pijpbeenderen 

Slide 27 - Slide

FUNCTIES VETWEEFSEL
  • Voorraad
  • Bescherming
  • Invloed op lichaamsvormen
  • Huidspanning
  • Isolatie 

Slide 28 - Slide

KRAAKBEENWEEFSEL
  • Tussenstof is veerkrachtig, taai en vezelig 
  • Weinig bloedvaten dus moeilijke genezing

Functies:
  • Steun
  • Glijvlak voor gewrichten
  • Verbinding
  • Opvangen van schokken
  • Soms vormgevend

Slide 29 - Slide

SOORTEN KRAAKBEENWEEFSEL
  • Glasachtig = hyaliene

  • Elastisch

  • Vezelig 

Slide 30 - Slide

KENMERKEN GLASACHTIG KRAAKBEEN
  • Doorschijnende tussenstof

  • Dunne collagene vezels

  • Elastische vezels 

Slide 31 - Slide

PLAATSEN GLASACHTIG KRAAKBEEN
  • Aan de gewrichtsoppervlakken

  • tussen borstbeen en ribben 

  • Als ringen in de luchtwegen

Slide 32 - Slide

ELASTISCH KRAAKBEEN
Veel elastische vezels

Plaatsen:

  • Strottenhoofd
  • Neusvleugels
  • Oorschelpen

Slide 33 - Slide

VEZELIG KRAAKBEEN
Veel collagene vezels

Plaatsen:
  • Tussenwervelschijven
  • Symfyse = schaamvoeg = verbinding tussen de schaambeenderen
  • Bedekking knieschijf = meniscus

Slide 34 - Slide

BEENWEEFSEL = BOTWEEFSEL
  • Tussenstof is hard 

  • In de tussenstof zitten:

  • Kalkzouten = minerale zouten voor de hardheid
  •  Eiwitten
  • Collagenen

Slide 35 - Slide

FUNCTIES BEENWEEFSEL
  • Bescherming
  • Steun
  • Vormgeving
  • Maken bloedcellen
  • Aanhechtingsplaats voor spieren 

Slide 36 - Slide

BOT BESTAAT UIT:
  • Spongieus been = sponachtig been

  • Compact been = buitenste laag 

Slide 37 - Slide

SPONGIEUS BEEN
Plaatsen:

  • Binnenzijde platte en onregelmatige beenderen
  • Uiteinden van pijpbeenderen
  • Rode beenmerg

Slide 38 - Slide

PERIOST = BEENVLIES
  • Plaats: om het bot

  • 2 lagen:

  • Binnenste laag (hier ontstaan osteoblasten)
  • Buitenste laag 

Slide 39 - Slide

MERGHOLTE
  • = holte met geel beenmerg

  • Plaats: midden van pijpbeenderen = diafyse

  • Veel vet 

Slide 40 - Slide

BOTVORMING
  • Directe vorming

  • Indirecte vorming 

Slide 41 - Slide

DIRECTE VORMING

Door osteoblasten = cellen die been/bot maken

Plaatsen directe vorming:
  • Schedelbeenderen
  • Diktegroei beenderen
  • Na botbreuken
INDIRECTE VORMING

  • Eerst is er kraakbeen dan omvorming tot been/bot
  • Bij lengtegroei van pijpbeenderen

Slide 42 - Slide