What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordjes Kapitel 4 + 5 CP2 25 (2HV)
Vertaal: die Mannschaft
A
de manschappen
B
het team
C
de weddenschap
D
het landschap
1 / 30
next
Slide 1:
Quiz
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vertaal: die Mannschaft
A
de manschappen
B
het team
C
de weddenschap
D
het landschap
Slide 1 - Quiz
Vertaal: schaffen
A
schappen
B
schapen
C
lukken
D
scheppen
Slide 2 - Quiz
Vertaal: obwohl
A
ondanks
B
ofwel
C
hoewel
D
hoeveel
Slide 3 - Quiz
Vertaal: aan gymnastiek doen
A
Gymnastik machen
B
Gymnastik ausführen
C
Gymnastik ausüben
D
Gymnastik tun
Slide 4 - Quiz
Vertaal:
paardrijden
Slide 5 - Open question
Vertaal: fietsen
A
Radeln
B
Rad fahren
C
Fahrrad fahren
D
Fahren Rad
Slide 6 - Quiz
Vertaal:
naar de sportschool gaan
Slide 7 - Open question
Vertaal:
zeilen
Slide 8 - Open question
Vertaal:
der Weltmeister
Slide 9 - Open question
Vertaal:
voetballen
Slide 10 - Open question
Vertaal:
Frans
Slide 11 - Open question
Vertaal:
wiskunde
Slide 12 - Open question
Vertaal: der Stundenplan
A
de agenda
B
het rooster
C
de kalender
D
de planning
Slide 13 - Quiz
Vertaal: aufhören
A
stoppen
B
afluisteren
C
verhoren
D
ophouden
Slide 14 - Quiz
Vertaal: bereits
A
bereid
B
bereden
C
beslist
D
al
Slide 15 - Quiz
Vertaal:
de zolder
Slide 16 - Open question
Vertaal:
de hal
Slide 17 - Open question
Vertaal:
de wc
Slide 18 - Open question
Vertaal:
langweilig
Slide 19 - Open question
Vertaal:
blöd
Slide 20 - Open question
Vertaal: Art
A
kunst
B
aarde
C
soort
D
hard
Slide 21 - Quiz
Vul het juiste woord in:
Ich habe gewonnen. Ich bin _____ auf mich.
A
blöd
B
stolz
C
klar
D
gar
Slide 22 - Quiz
Vul het juiste woord in:
______ das Zimmer ein Chaos ist, räume ich es auf.
A
Während
B
Obwohl
C
Bereits
D
Wenn
Slide 23 - Quiz
Vul het juiste woord in:
Deutschland ist mit einem _____ in Führung.
A
Traum
B
Spiel
C
Ziel
D
Tor
Slide 24 - Quiz
Vul het juiste woord in:
Die Hausaufgaben sind ganz _______
A
aufregend
B
ständig
C
frech
D
leicht
Slide 25 - Quiz
Vul het juiste woord in:
Mein _____ klopft. Ich bin nervös.
A
Kopf
B
Ziel
C
Herz
D
Tor
Slide 26 - Quiz
Vul het juiste woord in:
Das _____ fängt um 20 Uhr an.
A
Tor
B
Ziel
C
Ergebnis
D
Spiel
Slide 27 - Quiz
Vertaal:
scheikunde
Slide 28 - Open question
Vertaal:
hardlopen
Slide 29 - Open question
Vertaal:
natuurkunde
Slide 30 - Open question
More lessons like this
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Schreiben
July 2022
- Lesson with
17 slides
Aufsatz schreiben
University
Wechselpräpositionen
April 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Lesson with
13 slides
by
Anne Frank House
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Wiederholung Semester 1 CM
February 2021
- Lesson with
40 slides
Duits
Hoger onderwijs
HNE Duits HNE M2 Blok 2 K4, l2: Tiere
August 2024
- Lesson with
45 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
2Vwo_haben sein werden
October 2022
- Lesson with
31 slides
duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Livestream 3 februari 2021 Duits
January 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2