d2122 so

eerste onderdeel: woordjes
noteer alle betekenissen en toevoegingen van:
1 / 32
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

eerste onderdeel: woordjes
noteer alle betekenissen en toevoegingen van:

Slide 1 - Slide


colligere

Slide 2 - Open question

laborare

Slide 3 - Open question

a(b) + nv

Slide 4 - Open question

fidelis

Slide 5 - Open question

habitare

Slide 6 - Open question

pondus, ....

Slide 7 - Open question

colere

Slide 8 - Open question

super + nv?

Slide 9 - Open question

iter, ...

Slide 10 - Open question

tweede onderdeel: 
het passivum

Slide 11 - Slide

wat is / zijn de passieve vorm(en)?
A
occupabamus
B
dici
C
laboratur
D
habitare

Slide 12 - Quiz

Het is belangrijk dat je van werkwoordsvormen die eindigen op een -i kunt bepalen of het de 1e pers. ev. perfectum is of de infinitivus praesens passief.

Slide 13 - Slide

inf. praes. pas. 
1e ps. perf. act.
commisi
collegi
committi
coli
colligi
defendi

Slide 14 - Drag question

vertaal de volgende werkwoordsvormen:

Slide 15 - Slide

delebitur

Slide 16 - Open question

audientur

Slide 17 - Open question

mitti

Slide 18 - Open question

in welke zin(nen) moet a/ab met 'vanaf vertaald worden?
A
Caesar a senatoribus necatur
B
villae a dominis alienis habitabantur
C
Coriolanus ab castra se movit
D
Graeci nocte ab ora navigabant

Slide 19 - Quiz

Het imperfectum herken je aan de twee letters:

Slide 20 - Open question

Het futurum herken je bij de a- en de e-stammen aan de letter

Slide 21 - Open question

Het futurum herken je bijj de i- en mk-stammen 1e ps. sg. aan de letter

Slide 22 - Open question

Het futurum herken je bij de i- en mk-stammen in alle andere persoonsvormen aan de letter

Slide 23 - Open question

De uitgangen van het passief zijn:

Slide 24 - Open question

grammatica Learnbeat 40
Vertaal volgende zin op twee manieren, één keer met het (cursief gedrukte) bijv. nw. als bijvoeglijke bepaling en één keer als predicatieve bepaling.

Slide 25 - Slide

Graeci laeti Troiam reliquerunt.
laetus: blij | relinquere: verlaten

Slide 26 - Open question

vertaal de volgende zin:

Slide 27 - Slide

Omnes homines mortales nascuntur.
mortalis: sterveling | nascuntur: worden geboren

Slide 28 - Open question

vul in: Als je een zelfstandig naamwoord predicatief moet vertalen, voeg je in je vertaling het woordje
..... toe.

Slide 29 - Open question

een vergelijking met als

Slide 30 - Slide

"De vijand kwam als een dief in de nacht." Wat is het beeld?

Slide 31 - Open question

"Die jongen is zo gek als een deur."
wat is het punt van vergelijking?

Slide 32 - Open question