3.1 Lekker lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 3.1 Lekker lezen
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 108.

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- ken je een aantal moeilijke (nieuwe) woorden en de betekenis daarvan

- kan je vragen beantwoorden over een tekst

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Voor deze les is geen mini-check. 

4. Instructie

Dadelijk luisteren we naar een fragment uit het boek: De jongen die in de muur verdween.

In dat verhaal komen een paar lastige woorden voor.

Welke woorden ken je wel / niet.

Maak even de volgende sleepopdracht omdat te checken. 

de operatiemessen

Iemand die met je meegaat

De schietvereniging

Manier waarop iemand woorden uitspreekt

Een slappe pet zonder klep

de scalpels

de metgezel

De schutterij

de tongval

de baret

4. Instructie

- Wat is de titel van het boek waar we zo een fragment uit gaan lezen?

- Wie is de schrijver van het boek?

4. Instructie

We luisteren nu naar het verhaal. 

Lees goed mee!

edition.thiememeulenhoff.nl

5. Begeleid inoefenen

Bespreken lijst moeilijke woorden.

De vragen van opdracht 1 gaan wij beantwoorden via Lessonup, dus doe mee. 

Wie is de belangrijkste persoon in dit verhaal?

Waarom is Dirk de belangrijkste persoon?

Het verhaal speelt zich af in het verleden. Door welke dingen weet je dat?

4A. Hoe is de man in wie gesneden wordt overleden?

4B. Waarom is hij zo gestorven? Hoe weet je dat

5. Waarom ontbreken de handen van de overledene?

6. a. Wat wil de hoofdpersoon in dit verhaal bewijzen?

6. b. Hoe loopt het af met de hoofdpersoon

7. welke beroemde kunstenaar is aanwezig? Waarom?

Zeg met andere woorden : "Hij drukte zich tegen de wand en liet de stroom voorbijgaan "

zeg met andere woorden: "Zijn voeten roffelden op de houten treden"

7. Evaluatie

Hoe denk je dat het verhaal verder zal gaan?

Zou je dit boek verder willen lezen nu je dit fragment hebt gelezen?

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?

Heb je nog ergens hulp bij nodig?