2.2 Een leven lang leren

Thema Jongeren
1 / 35
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema Jongeren

Slide 1 - Slide

Herhaling
In paragraaf 2.1 heb je de begrippen cultuur, socialisatie en identiteit geleerd. Beantwoord de volgende vragen over deze begrippen.

Slide 2 - Slide

Welk begrip komt niet voor in de definitie van cultuur?
A
Gewoonten
B
Normen
C
Eten
D
Waarden

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van de Nederlandse cultuur?
A
Schaatsen op natuurijs
B
Vrij je mening mogen geven
C
Niet met schoenen in huis lopen
D
Het homohuwelijk

Slide 4 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van een aangeleerde eigenschap?
A
verlegen zijn
B
snel kwaad worden
C
technisch inzicht
D
Ouderen met u aanspreken

Slide 5 - Quiz

waar of niet waar?
Je cultuur wordt ook gevormd door de maatschappij waarin je opgroeid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

"Het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen" heet:
A
Identiteit
B
Socialisatie
C
Cultuur
D
Nurture

Slide 7 - Quiz

Seksuele voorkeur
voetbaltalent
een muziekinstrument bespelen

Nature
Nurture
Eten
Eten met de hand

Slide 8 - Drag question

Aangeboren of aangeleerd? Een timmerman slaat op zijn duim en schreeuwt van de pij
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 9 - Quiz

Aangeboren of aangeleerd? Susan stottert
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 10 - Quiz

Socialisatie
Dit vindt plaats door:
  1. Informatie/aanwijzingen
  2. Imitatie
  3. Experimenteren
  4. Ervaringen

Slide 11 - Slide

Socialisatie gebeurt op vier manieren. Wat hoort er niet bij?
A
Internalisatie
B
Aanwijzingen
C
Ervaringen
D
Experimenteren

Slide 12 - Quiz

Imitatie
Informatie
Je ouders vertellen dat je niet mag vloeken
Online tutorial volgen over het verwisselen van een lekke band

Slide 13 - Drag question

Je gaat uiteten met je ouders. Deze keer neem je een Roti in plaats van je standaard Nasi.
A
Informatie
B
Imitatie
C
Ervaring
D
Experimenteren

Slide 14 - Quiz

Je ouders willen dat je om 22.00 uur thuis bent
A
Imitatie
B
Aanwijzingen
C
Experimenteren
D
Ervaring

Slide 15 - Quiz

Dean blowt nooit meer nadat hij er ziek van werd
A
Experimenteren
B
Ervaring
C
Imitatie
D
Aanwijzing

Slide 16 - Quiz

Sociale controle
Mensen in je omgeving letten op hoe je je gedraagt. 

Slide 17 - Slide

Sancties
Bij sociale controle maken we gebruik van sancties.

Sanctie: Manieren waarop iemand laat merken of je iets goed of fout hebt gedaan.
Positieve sanctie: Een beloning van gedrag
Negatieve sanctie: Een gevolg van negatief gedrag
 


Slide 18 - Slide

Wat is de definitie van sancties?
A
De manier waarop je iemand een compliment geeft
B
De manier waarop je iemand laat merken dat hij iets fout doet
C
De manier waarop je iemand laat weten of hij iets goed of fout doet
D
De manier waarop je iemand laat merken of hij iets goed doet

Slide 19 - Quiz

Strafwerk krijgen
A
Positieve sanctie
B
Negatieve sanctie

Slide 20 - Quiz

Loonsverhoging omdat je je werk goed doet
A
Positieve sanctie
B
negatieve sanctie

Slide 21 - Quiz

Eerder naar huis mogen wanneer de hele klas goed heeft gewerkt
A
Positieve sanctie
B
Negatieve sanctie

Slide 22 - Quiz

Socialisatie
Bekijk het filmpje op de volgende slide en beantwoord de vragen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Hoe herken je nurture en imitatie in dit filmpje?

Slide 25 - Open question

Wat is niet waar?
A
De jongen werd door kippen gesocialiseerd.
B
De manier waarop hij at kan verklaard worden met de nature theorie
C
Zijn socialisatie gebeurde voornamelijk door imitatie.
D
Het feit dat hij niet kan praten kan verklaard worden met de nurture theorie

Slide 26 - Quiz

Rolpatronen

Iedereen heeft verschillende rollen. Op school gedraag je je anders dan thuis of bij je vrienden. Bij je bijbaantje gedraag je je ook weer anders

Rolpatroon: Hoe iemand zich volgens anderen in bepaalde situaties moet gedragen.



Slide 27 - Slide

Voorbeeld rolpatroon
Een leraar staat vooraan in de klas en geeft uitleg over de leerstof

Rol = leraar
Rolpatroon = leerstof uitleggen

Slide 28 - Slide

Rolbevestigend: Wanneer je je gedraagt volgens een rolpatroon, dan vertoon je rolbevestigend gedrag

Roldoorbekend: Gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht.

Slide 29 - Slide

Roldoorbrekend gedrag
Een leerling die de leerstof aan de klas en de leraar uitlegt. 

Slide 30 - Slide

Een huisarts die haar problemen aan jou verteld
A
Roldoorbrekend
B
Rolbevestigend

Slide 31 - Quiz

Geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen...
A
Noemen we gendernormen
B
Noemen we gender
C
noemen we genderneutraal
D
Noemen we transgender

Slide 32 - Quiz

Nieuwe begrippen
Manieren van socialisatie (imitatie, informatie etc.)
Sociale controle
Sancties (positief & Negatief)
Rolpatronen
Roldoorbrekend
Rolbevestigend

Slide 33 - Slide

Kies 2 van de nieuwe begrippen en formuleer in zin waaruit de betekenis duidelijk naar voren komt.

Slide 34 - Open question

Zijn er nog onduidelijkheden over dit hoofdstuk?

Slide 35 - Open question