This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 11 herhalen H3
NOVA havo4
Slide 1 - Slide
alkanen, alkenen en isomerie
Slide 2 - Slide
Alkaan
Alkeen
Sleep de woorden naar het juiste vak
onverzadigd
verzadigd
C6H12
C18H38
C4H10
C23H46
propaan
etheen
Slide 3 - Drag question
Welke van de volgende moleculen is een alkeen?
A
C3H8
B
C4H8
C
C5H10
D
C2H6
Slide 4 - Quiz
Welke alkanen zijn isomeren van elkaar?
1
2
3
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
1 en 2 en 3
Slide 5 - Quiz
Leg uit of de ester van ethanol en butaanzuur een isomeer is van hexaanzuur
Slide 6 - Open question
Geef de juiste systematische naam
Slide 7 - Open question
Wat is de naam van deze verbinding?
A
penteen
B
pent-1-een
C
pent-2-een
D
pent-3-een
Slide 8 - Quiz
Wat is de naam van dit molecuul?
A
tetrafluorethaan
B
pentafluorethaan
C
pentafluoretheen
D
tetrafluoretheen
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste naam?
A
4-methylpenta-1,3-dieen
B
2-methylpenta-1,3-dieen
C
2-methylpenta-2,4-dieen
D
1,1-dimethylbuta-1,3-dieen
Slide 10 - Quiz
systematische naamgeving karakterstieke groepen
Slide 11 - Slide
Wat is de juiste naam?
A
hexaanzuur
B
hexaan-2-amine
C
2-hydroxyhexaan
D
hexaan-2-ol
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste naam?
A
1,3-halogeenbutaan
B
1,3-dibroombutaan
C
dibroombut-1,3-aan
D
butaan-1,3-dibromide
Slide 13 - Quiz
sleep de juiste naam bij de juiste structuur
Let op: niet alle namen en structuurformules worden gebruikt!
methaanzuur
butaanzuur
hexaanzuur
propaanzuur
pentaanzuur
Slide 14 - Drag question
sleep de moleculen naar de juiste groep
alkanol
alkaanzuur
ester
Slide 15 - Drag question
reacties van koolstofverbindingen
Slide 16 - Slide
Welke stof ontstaat er bij de reactie van propeen met broom (dus Br2)?
A
1-broompropaan
B
1,2-dibroompropaan
C
1,3-dibroompropaan
D
2,3-dibroompropaan
Slide 17 - Quiz
Teken in je schrift de additie van water aan propeen. Welk(e) stof(fen) ontstaan?
A
propaan-1-ol
B
propaan-2-ol
C
beide
D
geen van beide
Slide 18 - Quiz
uitleg
Het molecuul H2O kan op twee manieren reageren met de C=C:
- de OH links en de H rechts (propaan-1-ol)
- de H links en de OH rechts (propaan-2-ol)
Slide 19 - Slide
Teken in je schrift de additie van water aan but-2-een. Welk(e) stof(fen) ontstaan?
A
butaan-1-ol
B
butaan-2-ol
C
butaan-3-ol
D
butaan-2-ol en
butaan-3-ol
Slide 20 - Quiz
uitleg
Omdat de C=C precies in het midden van de C-keten zit, maakt het in dit geval niet uit of de OH-groep van H2O op het linker- of rechter C-atoom komt. In beide gevallen ontstaat butaan-2-ol.
Slide 21 - Slide
kraken
Bij het kraken van aan alkaan met 21 C-atomen ontstaan 3 moleculen hex-3-een en nog één ander molecuul
a. Geef de reactievergelijking van deze kraakreactie in molecuulformules weer
b. Geef de naam van het andere molecuul dat bij deze reactie ontstaat
Slide 22 - Slide
uitwerking
a. C21H44 --> 3 C6H12 + C3H8
b. propaan
Slide 23 - Slide
De afbeelding hiernaast geeft een ... weer.
A
additiereactie
B
substitutiereactie
C
condensatiereactie
D
kraakreactie
Slide 24 - Quiz
De afbeelding hiernaast geeft een ... weer.
A
additiereactie
B
substitutiereactie
C
condensatiereactie
D
kraakreactie
Slide 25 - Quiz
ester
Teken reactievergelijking van de condensatiereactie van de vorming van de ester van ethanol en butaanzuur in structuurformules.
Maak deze opdracht in je schrift vóór je hem op de volgende dia nakijkt
Slide 26 - Slide
uitwerking
De ester die je na de pijl hebt getekend is
staat er in je schrift ook een molecuul water na de pijl?
Slide 27 - Slide
Uit welke stoffen is deze ester ontstaan?
Teken eerste de structuurformules van de beginstoffen en geef daarna de bijbehorende systematische naam
Maak deze opdracht in je schrift vóór je hem nakijkt op de volgende dia
Slide 28 - Slide
uitwerking
propaan-2-ol en butaanzuur
Slide 29 - Slide
Geef de reactievergelijking van de hydrolyse van deze ester in structuurformules
Maak deze opdracht in je schrift
Slide 30 - Slide
uitwerking
Kijk in je schrift naar je antwoord van de vorming van deze ester.
De hydrolyse is de omgekeerde reactie van de vorming.
Verwissel dus beginstoffen en reactieproducten voor/na de pijl
Slide 31 - Slide
Vragen die kennis uit H2 + H3 combineren
Slide 32 - Slide
Welke binding wordt verbroken bij kraken?
A
atoombinding
B
waterstofbrug
C
vanderWaalsbinding
D
ionbinding
Slide 33 - Quiz
oplosbaarheid
Leg uit op microniveau waarom ethanol en butaanzuur goed oplosen in water en de ester van ethanol en butaanzuur niet
Slide 34 - Slide
uitwerking
moleculen ethanol en butaanzuur hebben een OH-groep
die H-bruggen kan vormen met watermoleculen
estermoleculen hebben geen OH-groep
waardoor ze geen H-bruggen kunnen vormen met watermoleculen
Deze woorden moeten verplicht in je antwoord staan!
Slide 35 - Slide
kookpunt
STOF A STOF B
Leg uit op microniveau welke stof het laagste kookpunt heeft.
Slide 36 - Slide
uitwerking
moleculen van stof A hebben een OH-groep / moleculen van stof B hebben geen OH-groep
tussen moleculen van stof A komen H-bruggen voor en tussen moleculen van stof B komen vanderWaalsbindingen/molecuulbindingen voor
de vanderWaalsbinding is zwakker dan een H-brug, dus stof B heeft het laagste kookpunt
als er "/" tussen een antwoord staat, hoef je maar 1 van beiden te noemen
Slide 37 - Slide
Oplosbaarheid
Laat op microniveau zien dat methaanamine goed oplost in water. Teken twee moleculen methaanamine en 3 moleculen water