Zinsontleding groep 8 PV Gez OW LV MVW

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Zo vind ik de persoonsvorm

Zo vind ik het onderwerp

Zo vind ik het werkwoordelijk gezegde

Ik lees een spannend verhaal voor.
Persoonsvorm

Ik lees een spannend verhaal voor.
Werkwoordelijk gezegde

Heeft jouw zus de plantjes water gegeven?
Onderwerp

Heeft jouw zus de plantjes water gegeven?
Werkwoordelijk gezegde

Wat is het onderwerp?
De machinist bestuurt de trein.

1. De machinist
2. de
3. bestuurt
4. trein

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De man schept het zand in de kruiwagen.

1. het zand
2. De man
3. schept
4. kruiwagen

Wat is de persoonsvorm?
De monnik vertelde een verhaal over het verre verleden.

1. een verhaal
2. De monnik
3. over
4. vertelde

Mijn moeder heeft de telefoon opgenomen.
Werkwoordelijk gezegde?

Heeft jouw zus de plantjes water gegeven?
Lijdend voorwerp

1. jouw zus
2. water
3. gegeven
4. heeft

Heeft jouw zus de plantjes water gegeven?
meewerkend voorwerp

1. water
2. jouw
3. de plantjes
4. zus

Patrick vertelt een spannend verhaal.
Lijdend voorwerp

1. vertelt
2. Patrick
3. verhaal
4. een spannend verhaal

Wat is het meewerkend voorwerp?
Patrick vertelt een spannend verhaal.

Zet een meewerkend voorwerp in de zin:
Patrick vertelt een spannend verhaal.

https:

https: