Klas 3 paragraaf 2.4 consumeren en milieu

CONSUMINDEREN
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

CONSUMINDEREN

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wie stoot er in Nederland broeikasgassen uit?

Slide 3 - Open question

Milieuschade kan ontstaan door:
  • de vervuiling van lucht, water en bodem
  • het verbruik van energiebronnen
  • het verbruik van grondstoffen
  • het ontstaan van afval

Slide 4 - Slide

Milieukeurmerk
Geeft zekerheid dat het product beter is voor het milieu dan andere producten.

Slide 5 - Slide

Energielabel
Energielabels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie. Het energielabel is verplicht gesteld door de EU

Slide 6 - Slide

Hoe kan de overheid de milieuproblemen aanpakken?
A
Promoten van scheiden van afval.
B
Door meer belasting te heffen op milieuvervuilende producten.
C
Wet- en regelgeving CO 2 uitstoot voor bedrijven regelen.
D
Alle 3 antwoorden zijn goed.

Slide 7 - Quiz

De overheid wil meer toe naar het principe 'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Blijven gelijk.
B
Dit heeft niets te maken met maatschappelijke kosten.
C
Stijgen.
D
Dalen.

Slide 8 - Quiz

Betalen consumenten toch mee als het principe "De vervuiler betaalt" wordt toegepast?
A
De bedrijfskosten nemen toe en zo ook de consumenten prijs.
B
De lonen van consumenten stijgen niet maar de winst van de bedrijven wel.
C
De bedrijfskosten nemen af en moeten en de consumenten meer betalen.
D
De prijs heeft niets te maken met de milieukosten.

Slide 9 - Quiz

Waarom zijn maatschappelijke kosten vervelend voor de burgers?
A
Omdat de burgers moeten meebetalen aan het oplossen van de vervuiling van een ander.
B
Omdat burgers hierdoor minder geld verdienen.
C
Omdat bedrijven hierdoor meer winst maken.
D
Omdat burger hierdoor niet in een schoon land kunnen leven.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent hergebruik (recycling)
A
Nieuwe producten maken van bestaande producten.
B
Zo min mogelijk weggooien, maar producten langer gebruiken.
C
Het maken van nieuwe producten uit afval.
D
Duurzaam leven.

Slide 11 - Quiz

Productie levert milieuschade op. Wat is waar over milieuschade?
A
Milieuschade is direct merkbaar.
B
Herstellen is onmogelijk.
C
Milieuschade is niet direct merkbaar.

Slide 12 - Quiz

Wat is een gevolg van milieuschade?

A
Leefgebieden van dieren verdwijnen.
B
In de zomer mag je niet zwemmen in het zwembad.
C
Men heeft geen geld meer om naar het buitenland op vakantie te gaan.

Slide 13 - Quiz