Taal quiz hst. 1

Taal quiz hst. 1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Taal quiz hst. 1

Slide 1 - Slide

Wat staat achter het meervoud van een snorkel?
A
s
B
en

Slide 2 - Quiz

Wat hoort er achter het woord in het meervoud?
moeder
A
s
B
en

Slide 3 - Quiz

Wat hoort er achter het woord in het meervoud?
uil
A
s
B
en

Slide 4 - Quiz

Wat hoort er achter het woord in het meervoud?
graankorrel
A
s
B
en

Slide 5 - Quiz

Wat hoort erbij?

De naald
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 6 - Quiz

Wat hoort erbij?

twee hamster
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 7 - Quiz

Wat hoort erbij?

Een keuken
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 8 - Quiz

Wat hoort erbij?

De wijzers
A
Enkelvouw
B
Meervoud

Slide 9 - Quiz

De man is boos.

De man is...
A
hij
B
zij

Slide 10 - Quiz

De juf draagt een bloemetjes jurk.

De juf is...
A
hij
B
zij

Slide 11 - Quiz

De boswachter heeft een baard.

De boswachter is een...
A
hij
B
zij

Slide 12 - Quiz

Is het een woord voor een mens, dier of ding:
wesp
A
mens
B
dier
C
ding

Slide 13 - Quiz

Wat klopt?

de wekker
A
naam mens
B
naam dier
C
ding

Slide 14 - Quiz

Is het een woord voor een mens, dier of ding:
beker
A
naam mens
B
naam dier
C
ding

Slide 15 - Quiz

Is het een woord voor een mens, dier of ding:
meester
A
woord voor mens
B
woord voor dier
C
woord voor ding

Slide 16 - Quiz