Mag je in de les water
drinken? Ja,
dat mag.
Mag je op school roken? Nee, dat mag niet.
Moet je tijdens het examen stil zijn? Ja, dat moet.
Moet ik binnen mijn schoenen uitdoen? Nee, dat hoeft niet.
Na de werkwoorden mogen en moeten kun je een 2de werkwoord gebruiken. Deze is dan infinitief.