H1 Taalverzorging, Grammatica ww+zinsdelen les 1

Woord van de week
Woordenschat: betekenis zoeken

Ik weet wat een persoonsvorm is.
Ik kan de persoonsvorm van de zin vinden.
Ik kan de zin in zinsdelen verdelen. 
Wat is de persoonsvorm?
Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
H1 Taalverzorging - grammatica
blz. 30-31 Opdracht 1, 2, 3 
Zijn de doelen behaald?
Opdracht 1, 2, 3 afmaken
1 oktober 2021
Nederlands
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woord van de week
Woordenschat: betekenis zoeken

Ik weet wat een persoonsvorm is.
Ik kan de persoonsvorm van de zin vinden.
Ik kan de zin in zinsdelen verdelen. 
Wat is de persoonsvorm?
Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
H1 Taalverzorging - grammatica
blz. 30-31 Opdracht 1, 2, 3 
Zijn de doelen behaald?
Opdracht 1, 2, 3 afmaken
1 oktober 2021
Nederlands

Slide 1 - Slide

Woord van de week

Slide 2 - Slide

Woord van de week

Genootschap

1. betekenis
2. zin maken

Slide 3 - Slide

Werkwoorden
Ik loop naar huis.
Ik ga even zitten.
Ik zie een aapje.
Ik heb een broodje gegeten.

Slide 4 - Slide

De persoonsvorm
Een soort werkwoord.
Er is altijd één persoonsvorm!

Slide 5 - Slide

Aan de slag
H2 Taalverzorging - grammatica
blz. 30

Maak opdracht 1, 2, 3

Klaar? Nakijken
Heb je tijd over? Dan mag je lezen in je leesboek.
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
.
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 7 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
.
De persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 8 - Drag question

Wat is de persoonsvorm?
.
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 9 - Drag question

?
De persoonsvorm
Wie 
gaat
er
vaak
naar
de bioscoop

Slide 10 - Drag question

.
De persoonsvorm
Wij
gaan
koken
bij 
zullen
verzorging

Slide 11 - Drag question


De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 12 - Quiz


Na school fietsen we samen naar huis.
_________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 13 - Quiz


Is dat wel een goed idee?
___
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 14 - Quiz


De leerlingen zwaaiden naar hun vrienden.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 15 - Quiz


Gaan we vanmiddag zwemmen?
_____
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 16 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?
Wat was nieuw?
Wat kun je goed?
Wat is nog moeilijk?

Slide 17 - Slide

Huiswerk
blz. 30
Afmaken opdracht 1, 2, 3

Slide 18 - Slide