This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Wat is nieuws?
Kenmerken van nieuwsberichten
Nederlands
Slide 1 - Slide
Lesprogramma
Terugblik
Uitleg nieuwsberichten
Aan de slag met de opdrachten
Slide 2 - Slide
Terugblik
Fictie/non-fictie en realistisch/onrealistisch
Genres
Je mening geven.
Werkwoordspelling
Slide 3 - Slide
Zakelijk lezen en fictioneel lezen
Zakelijk lezen:
Nodig om de wereld te begrijpen
Zaken opzoeken
Kranten, verslagen, documentaires en schoolboeken
Fictioneel lezen:
Plezier
Andere werelden ontdekken
Slide 4 - Slide
Structuur
Titel
Tussenkoppen
Alinea's (deelonderwerpen)
Witregels
Inleiding - middenstuk - slot
Bronvermelding
Citaten
Slide 5 - Slide
Betrouwbaarheid bronnen
Waarop moet je letten als je een tekst gaat beoordelen op betrouwbaarheid?
Is de tekst verschenen in een serieuze bron, die goed bekend staat?
Lijkt de schrijver/makervan de tekst een bepaald belang te hebben? Wil hij bijvoorbeeld iets verkopen? Is de informatie objectief of subjectief?
Kun je de feiten in de tekst controleren? Vergelijk de informatie uit een tekst altijd met gegevens uit andere teksten.
Is de tekst goed en vakkundig geschreven?
Is de gegeven informatie min of meer volledig
Klopt de inhoud met wat jegezonde verstandzegt?
Slide 6 - Slide
Leesstrategieën
oriënterend lezen (verkennend)
globaal lezen (verkennend)
intensief lezen (grondig)
zoekend lezen
Kritisch lezen
Studerend lezen
Slide 7 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
ken je 3 schrijfdoelen, tekstsoorten en de 5xW+H-vragen.
kun je uitleggen en herkennen met welk doel een tekst is geschreven.
kun je in eigen woorden uitleggen welke kenmerken een nieuwsbericht bericht heeft.
kun je de bij het lezen van een tekst antwoord geven op de 5xW+H-vragen.
Slide 8 - Slide
Wat is een tekstdoel?
Slide 9 - Open question
Tekstdoelen (1)
Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn moet zorgen.
Er zijn een aantal tekstdoelen.
Slide 10 - Slide
Tekstdoelen (2)
In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 hoofddoel met zijn tekst.
Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde schrijfdoel hoort een bepaalde tekstsoort.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Video
-
Schrijfdoelen
Slide 13 - Slide
0
Slide 14 - Video
Lees de tekst.
Slide 15 - Slide
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 16 - Quiz
Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.
Slide 17 - Open question
Lees de tekst.
Slide 18 - Slide
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 19 - Quiz
Wat kun je van deze informatie leren?
Slide 20 - Open question
Nieuwsberichten
Schrijfdoel = meestal informeren.
Titel (kop) en de inleiding (lead).
5xW+H-vragen worden vaak beantwoord.
Plaatjes (beeld) ter ondersteuning.
Betrouwbaarheid toetsen door de bron na te gaan.
Slide 21 - Slide
Is al het nieuws altijd waar?
Slide 22 - Open question
Is het nieuwsbericht hiernaast denk je waar of niet?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
5xW+H
5xW+H is een ezelsbrug om gemakkelijker de hoofdzaken uit een tekst te halen.
Wat (is het nieuws)?
Wie (speelt een rol in dit nieuws)?
Waar (is het gebeurd)?
Wanneer (is het gebeurd)?
Waarom (is het gebeurd)?
Hoe (is het gebeurd)?
Slide 24 - Slide
Aan de slag!
Hoofdstuk 3.2 op pagina 60-64
Opdracht 5, 6, 7 en 8
Opdracht 9 moet je gebruiken voor het huiswerk van vrijdag.
Klaar? Ga je nieuwsbericht schrijven of aan je boekopdrachten werken.
Slide 25 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
ken je 3 schrijfdoelen, tekstsoorten en de 5xW+H-vragen.
kun je uitleggen en herkennen met welk doel een tekst is geschreven.
kun je in eigen woorden uitleggen welke kenmerken een nieuwsbericht bericht heeft.
kun je de bij het lezen van een tekst antwoord geven op de 5xW+H-vragen.
Slide 26 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 27 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen