This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Wie hoort er niet bij je sociale omgeving?
A
Je klasgenoten
B
Je vrienden
C
Je collega's
D
Politici in Den Haag
Slide 1 - Quiz
Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Wat is een goede omschrijving van het begrip sociale omgeving?
Slide 3 - Open question
Gedragsregels...
A
doe je vaak automatisch
B
worden bedacht door politici
C
zijn verplicht om je aan te houden
D
zijn voor iedereen hetzelfde
Slide 4 - Quiz
Gedragsregel
Wet
Belasting betalen als je werkt
Leerplicht
Achter in een rij aansluiten
Ouderen met 'u' aanspreken
Slide 5 - Drag question
Welke 4 soorten bindingen kan je hebben met mensen?
Slide 6 - Mind map
Als je iemand helpt met huiswerk, heb je een ...... binding met die persoon.
A
Kennis
B
Gevoels
C
Economische
D
Politieke
Slide 7 - Quiz
Met een kassiere in de supermarkt, heb je een ...... binding.
A
Kennis
B
Gevoels
C
Economische
D
Politieke
Slide 8 - Quiz
Met je vrienden heb je een ...... binding.
A
Kennis
B
Gevoels
C
Economische
D
Politieke
Slide 9 - Quiz
Met de politici in Nederland hebben wij een .... binding.
A
Kennis
B
Gevoels
C
Economische
D
Politieke
Slide 10 - Quiz
Wat is sociale cohesie?
A
Mensen en bevolkingsgroepen staan scherp tegenover elkaar doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen
B
Het belang van de 1 botst met de ander
C
De bindingen tussen mensen zijn sterk en mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen
D
Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Slide 11 - Quiz
Wat is polarisatie?
A
Mensen en bevolkingsgroepen staan scherp tegenover elkaar doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen
B
Het belang van de 1 botst met de ander
C
De bindingen tussen mensen zijn sterk en mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen
D
Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Slide 12 - Quiz
Als er crisis is, is er vaak meer polarisatie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Een waarde is...
A
een principe dat je belangrijk vindt in het leven
B
een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
C
het voordeel dat je ergens bij hebt
D
de mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden
Slide 14 - Quiz
Gelijkheid is een voorbeeld van een...
A
waarde
B
norm
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een geschreven regel?
A
Ouderen met 'u' aanspreken
B
Geen afval op straat gooien
C
Fooi geven in restaurants
D
Op je beurt wachten
Slide 16 - Quiz
Gedragsregels zijn ongeschreven regels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Een belang is...
A
een principe dat je belangrijk vindt in het leven
B
een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
C
het voordeel dat je ergens bij hebt
D
de mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden
Slide 18 - Quiz
Toerisme in Venetië zorgt voor heel veel overlast bij bewoners. Bewoners willen dat er minder toerisme is. Er is dan een belangentegenstelling tussen...
A
De politie en bewoners
B
De politie en toeristen
C
Toeristen en bewoners
Slide 19 - Quiz
Macht is...
A
een principe dat je belangrijk vindt in het leven
B
een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen
C
het voordeel dat je ergens bij hebt
D
de mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden
Slide 20 - Quiz
Klimaatactivisten bezetten de snelweg. De politie maakt gebruik van het machtsmiddel ... als ze deze mensen weghalen.
A
Geld
B
Aanzien
C
Kennis
D
Geweld
Slide 21 - Quiz
Geef een voorbeeld van sociale ongelijkheid.
Slide 22 - Open question
Wat is geen kenmerk van een maatschappelijk probleem?