§1.2 2025

1 / 34
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 34 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Je weet welke klimaten er zijn en wat de klimaatfactoren zijn.
Je begrijpt op welke manier de klimaatfactoren het klimaat kunnen beïnvloeden.
Je kunt de ligging van de verschillende klimaten verklaren aan de hand van de klimaatfactoren.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.

Slide 2 - Slide

klimaten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

1. breedteligging

Slide 5 - Slide

2. hoogteligging

Slide 6 - Slide

3. invloed zee
zee heeft een matigende invloed de temperatuur

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

4. windrichting (die het meest voorkomt)

Slide 10 - Slide

                                   5. gesteldheid
aardoppervlak

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

klimaten lage breedte

Slide 13 - Slide

1. tropisch regenwoud klimaat
rondom de evenaar

Slide 14 - Slide

tropisch regenwoudklimaat - stijgingsregens

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

2. savanneklimaat

altijd boven 18 graden
droge en natte perioden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

3. steppeklimaat

droog
veel gras/ weinig bomen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

4. woestijnklimaat
overdag warm/ heet, 's nachts kouder; bijna geen neerslag

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

klimaten gematigde breedte (donker groene gebied) 

Slide 23 - Slide

1. landklimaat
seizoenen door breedteligging
grote temperatuursverschillen zomer-winter
minder neerslag dan zeeklimaat (weinig zee-invloed)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

2. gematigd zeeklimaat
in de zomer niet zo warm, in de winter niet zo koud (door zee-invloed),
hele jaar door redelijke hoeveelheid neerslag



Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

klimaten op hoge breedte

Slide 28 - Slide

1. toendraklimaat
niet boven 10 graden 
grond lange tijd bevroren
niet veel neerslag

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

2. poolklimaat
altijd beneden vriespunt
weinig neerslag (sneeuw)

Slide 32 - Slide

3. hooggebergteklimaat
eeuwige sneeuw (altijd beneden vriespunt)
in hooggebergtes

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide