Zuur base titraties

ZUUR BASE Titraties
Doel van de les:
  • het principe van een zuur base titratie kunnen uitleggen
  • de ongekende concentratie van een zure of basische oplossing berekenen bij een zuur base titratie
  • het pH verloop tijdens een titratie kunnen verklaren
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ChemieSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

ZUUR BASE Titraties
Doel van de les:
  • het principe van een zuur base titratie kunnen uitleggen
  • de ongekende concentratie van een zure of basische oplossing berekenen bij een zuur base titratie
  • het pH verloop tijdens een titratie kunnen verklaren

Slide 1 - Slide

Ter herhaling: Wat is de definitie van de ?
p
A
pH=log[Z]0
B
pH=log[H3O+]
C
pH=log[OH]
D
pH=pKZ

Slide 2 - Quiz

zuur base titratie
Bekijk volgende lesvideo aandachtig.
Lees de tekst in je cursus p.9.15-9.17

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is het doel van een zuur base titratie?

Slide 5 - Open question

Wat is het equivalentiepunt bij een zuur base titratie?

Slide 6 - Open question

Hoe weet je of het equivalentiepunt is bereikt?

Slide 7 - Open question

Vul aan: Bij de titratie van een sterk zuur met een sterke base wordt het equivalentiepunt bereikt bij ...
A
pH<0
B
pH=0
C
pH<7
D
pH=7

Slide 8 - Quiz

Vul aan: Bij het equivalentiepunt is altijd ...
A
het aantal mol van het zuur = het aantal mol van de base
B
de concentratie van het zuur = de concentratie van de base
C
de stoichiometrische hoeveelheid van het zuur juist omgezet door de base
D
het volume van het zuur = het volume van de base

Slide 9 - Quiz

Voor de reactie 2 A + B geldt bij het equivalentiepunt:
A
n(A)=n(B)
B
n(B)=2n(A)
C
n(A)=2n(B)
D
n(A)=21n(B)

Slide 10 - Quiz

Deze titratiecurve geeft
de titratie weer van
A
een sterk zuur met een sterke base
B
een zwak zuur met een sterke base
C
een sterke base met een sterk zuur
D
een zwakke base met een sterk zuur

Slide 11 - Quiz

Deze titratiecurve geeft
de titratie weer van
A
een sterk zuur met een sterke base
B
een zwak zuur met een sterke base
C
een sterke base met een sterk zuur
D
een zwakke base met een sterk zuur

Slide 12 - Quiz