5.2.3.

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Blok 5 - Week 2 - Les 3

Dictee

Herhaling: woordsoorten / zinsdelen

Doel: Meewerkend voornaamwoord

Uitleg: Blz. 10

Woord 1

Woord 2

Woord 3

Zin 1

Zin 2

Zin 3

De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.

1. Russische
2. turner
3. ontspannende
4. massage

De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.

1. Russische
2. turner
3. ontspannende
4. massage

De Russische turner kreeg een ontspannende massage, nadat hij twee uur gesport had.

1. kreeg
2. massage
3. nadat
4. gesport

Zijn strenge trainer vroeg vandaag veel van hem.

Zijn strenge trainer vroeg vandaag veel van hem.

Tijdens het wereldkampioenschap in België heeft hij de derde plaats behaald.

Tijdens het wereldkampioenschap in België heeft hij de derde plaats behaald.

Tijdens het wereldkampioenschap in België heeft hij de derde plaats behaald.

Meewerkend voorwerp.

Het meewerkend voorwerp zegt voor/aan wie het is.

Voor/aan wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp.

Tip!!! Zet voor / aan in de zin.

De juf liet de leerling het proefwerk zien.

De juf liet aan de leerling het proefwerk zien. 

Ons leek het een goed plan.

De verzorger gaf de dolfijnen voer.

baps.secure.malmberg.nl