Thema 1 woordenschat

1.1 Nieuwe buren
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.1 Nieuwe buren

Slide 1 - Slide

Wat zie je op het plaatje?
A
de buren
B
de jongste
C
de oudste
D
de hamer

Slide 2 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de buren
B
de jongste
C
de oudste
D
de hamer

Slide 3 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de buren
B
de jongste
C
de oudste
D
de hamer

Slide 4 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de buren
B
ontmoeten
C
de oudste
D
de hamer

Slide 5 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de buren
B
de jongste
C
de oudste
D
de hamer

Slide 6 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
bevallen
B
geboren
C
zwanger
D
de buren

Slide 7 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
bevallen
B
geboren
C
zwanger
D
de buren

Slide 8 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
bevallen
B
geboren
C
zwanger
D
de buren

Slide 9 - Quiz

Dag buurman, mag ik een hamer van je ............ ?
A
kopen
B
lenen
C
huren
D
krijgen

Slide 10 - Quiz

Ik woon pas één jaar in Nederland. Mijn zus woont hier ...... tien jaar.
A
al
B
lenen
C
pas
D
succes

Slide 11 - Quiz

Maria is een meisje van vier jaar. Zij gaat na de vakantie ............... naar school.
A
voor het eerst
B
lenen
C
wordt
D
succes

Slide 12 - Quiz

Kazem gaat voor het eerst naar school. Je zegt: "Veel ...".
A
voor het eerst
B
lenen
C
wordt
D
succes

Slide 13 - Quiz

1.5 Hoe gaat het?

Slide 14 - Slide

Wat zie je op het plaatje?
A
de wijk
B
gefeliciteerd
C
blij
D
modern

Slide 15 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de wijk
B
gefeliciteerd
C
blij
D
modern

Slide 16 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de wijk
B
gefeliciteerd
C
blij
D
modern

Slide 17 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de wijk
B
gefeliciteerd
C
blij
D
modern

Slide 18 - Quiz

Ik betaal 150 euro ... per maand.
A
huur
B
verhuizen
C
deel
D
licht

Slide 19 - Quiz

Mijn keuken is heel ... , want er zijn veel ramen.
A
huur
B
verhuizen
C
deel
D
licht

Slide 20 - Quiz

Peter heeft een nieuw huis. Hij gaat ...
A
huur
B
verhuizen
C
deel
D
licht

Slide 21 - Quiz

Ik ... mijn auto met de buurman. De buurmand rijdt in het weekend en ik van maandag tot en met vrijdag.
A
huur
B
verhuizen
C
deel
D
licht

Slide 22 - Quiz

'Is de bushalte ver?' 'Nee, heel dichtbij: 50 ... lopen.'
A
meter
B
vierkant
C
modern
D
licht

Slide 23 - Quiz

Mijn slaapkamer is ... Alle muren zijn 3 meter lang.
A
meter
B
vierkant
C
modern
D
licht

Slide 24 - Quiz

1.8 Marktplaats

Slide 25 - Slide

Wat zie je op het plaatje?
A
het kleed
B
hout
C
de spiegel
D
rond

Slide 26 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
het kleed
B
hout
C
de spiegel
D
rond

Slide 27 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
het kleed
B
hout
C
de spiegel
D
rond

Slide 28 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
het kleed
B
hout
C
de spiegel
D
rond

Slide 29 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
wol
B
laag
C
zwaar
D
breed

Slide 30 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
wol
B
laag
C
zwaar
D
breed

Slide 31 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
wol
B
laag
C
zwaar
D
breed

Slide 32 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
wol
B
laag
C
zwaar
D
breed

Slide 33 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de advertentie
B
laag
C
zwaar
D
breed

Slide 34 - Quiz

Op Marktplaats vind je veel ... spullen.
A
tweedehands
B
verkopen
C
opsturen
D
bieden

Slide 35 - Quiz

Marc bestelt iets op het internet. De winkel gaat de spullen gratis ...
A
tweedehands
B
verkopen
C
opsturen
D
bieden

Slide 36 - Quiz

Ik ga verhuizen naar een ander land. Daarom moet ik veel meubels ...
A
tweedehands
B
verkopen
C
opsturen
D
bieden

Slide 37 - Quiz

We vinden €75 te duur. We ... €60 voor het bed.
A
tweedehands
B
verkopen
C
opsturen
D
bieden

Slide 38 - Quiz

1.10 Op het station

Slide 39 - Slide

Wat zie je op het plaatje?
A
het bericht
B
de automaat
C
de hulp
D
het lawaai

Slide 40 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
het bericht
B
de automaat
C
de hulp
D
het lawaai

Slide 41 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
het bericht
B
de automaat
C
de hulp
D
het lawaai

Slide 42 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
het bericht
B
de automaat
C
de hulp
D
het lawaai

Slide 43 - Quiz

Karel is heel ... . Hij kan heel goed auto's maken.
A
vertraging
B
heeft gelijk
C
technisch
D
normaal

Slide 44 - Quiz

Alex eet elke ochtend twintig boterhammen. Vind jij dat ... ?
A
vertraging
B
heeft gelijk
C
technisch
D
normaal

Slide 45 - Quiz

De trein heeft tien minuten ...
A
vertraging
B
heeft gelijk
C
technisch
D
normaal

Slide 46 - Quiz


A
vertraging
B
heeft gelijk
C
technisch
D
normaal

Slide 47 - Quiz


A
handig
B
hartelijk
C
op tijd
D
duidelijk

Slide 48 - Quiz


A
het spijt me
B
ergens
C
technisch
D
normaal

Slide 49 - Quiz