Tussenletters

Tussenletters
Hoofdstuk 5 - spelling
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tussenletters
Hoofdstuk 5 - spelling

Slide 1 - Slide

Samenstellingen

Als je van twee woorden één woord maakt, noemen we dat een samenstelling.

Er zijn verschillende regels voor het schrijven van een samenstelling.

Slide 2 - Slide

Regels schrijven samenstelling

Hoofdregel

het eerste deel van de samenstelling heeft een meervoud op –en 
-> tussenletter +n​: 
pan + koek = pannenkoek

Slide 3 - Slide

Regels schrijven samenstellingen
Uitzonderingen tussenletter +e:
  • Eerste deel heeft geen meervoud: rijstepap​ / tarwebrood

  • Eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is (uniek): zonnestraal​

  • Eerste deel heeft ook een meervoud op –s: secondewijzer​

  • Eerste deel is geen zelfstandig naamwoord: blindedarm​

  • Eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: reuzefijn​

Slide 4 - Slide

Regels schrijven samenstellingen
Uitzonderingen tussenletter +s

Je schrijft de +s als je het hoort:
--> station + straat = stationsstraat of stationstraat?

Hoor je het niet goed, vervang dan het tweede deel door een ander woord:
--> station + plein = stationsplein
De +s schrijf je bij stationsplein dus ook bij stationsstraat.

Slide 5 - Slide

Kies de juiste samenstelling
A
Aspergesoep
B
Aspergessoep
C
Aspergensoep
D
Aspergersoep

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste samenstelling
A
Zonnescherm
B
Zonnenscherm

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste samenstelling
A
reuzeplan
B
reuzenplan

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste samenstelling
A
Kippenhok
B
Kippehok

Slide 9 - Quiz

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
zonnenbril
B
beukennootje
C
ladenkast
D
roggenbrood

Slide 10 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling:

verrassing+aanval
A
verrassingsaanval
B
verrassingaanval

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
rodenkool
B
rodekool

Slide 12 - Quiz

Welke samenstelling is juist gespeld?
A
zonscherm
B
zonnescherm
C
zonnenscherm
D
zonnesscherm

Slide 13 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
schroevedraaier
B
schroevendraaier

Slide 14 - Quiz

Klik op de goede samenstelling:

pan + koek
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 15 - Quiz

Klik op de goede samenstelling:

seconde + wijzer
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 16 - Quiz

Welke samenstelling is onjuist?
A
beregrot
B
beresterk
C
paradepaard
D
dwingeland

Slide 17 - Quiz

Klik op de goede samenstelling:

hoogte + verschil
A
hoogteverschil
B
hoogtenverschil

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
liefdesscene
B
liefdescene

Slide 19 - Quiz

Maak de juiste samenstelling:

Spin + web =
A
spinneweb
B
spinnenweb

Slide 20 - Quiz

Klik op de goede samenstelling:

spin + wiel
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 21 - Quiz

Welke samenstelling is fout gespeld?
A
beestenbende
B
apetrots
C
zonneschijn
D
horlogenmaker

Slide 22 - Quiz

Welke samenstelling is juist gespeld?
A
beersterk
B
beresterk
C
berensterk
D
beerssterk

Slide 23 - Quiz

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
groenteboer
B
groentenboer

Slide 24 - Quiz

Welke samenstelling is niet goed?
A
kledingkast
B
overheerlijk
C
importverbod
D
versegroente

Slide 25 - Quiz

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
lachebek
B
ouderezorg
C
spinneweb
D
paddestoel

Slide 26 - Quiz

Welke samenstelling is goed?
A
gekkehuis
B
poppehuis
C
koningshuis
D
bejaardehuis

Slide 27 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling:
beer + gezellig
A
berengezellig
B
beregezellig

Slide 28 - Quiz

Maak er een samenstelling van
geboorte + cijfer =


A
geboortecijfer
B
geboortencijfer

Slide 29 - Quiz

Welke samenstelling is juist geschreven?
A
pottekijker
B
pottenkijker

Slide 30 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling station en chef?
A
stationnenchef
B
stationchef
C
stationschef

Slide 31 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstelling:

stad + schouwburg
A
stadsschouwburg
B
stadschouwburg

Slide 32 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling van beer + verblijf.
A
bereverblijf
B
berenverblijf

Slide 33 - Quiz

Maak de samenstelling:
aap+trots

Slide 34 - Open question

Maak de samenstelling:
banaan+boom

Slide 35 - Open question

Maak de samenstelling:
bol+boos

Slide 36 - Open question

Maak de samenstelling:
huil+balk

Slide 37 - Open question

Maak de samenstelling:
linde+boom

Slide 38 - Open question

Maak de samenstelling:
rood+kool

Slide 39 - Open question

Maak de samenstelling:
rug+spraak

Slide 40 - Open question

Maak de samenstelling:
seconde+lijm

Slide 41 - Open question

Maak de samenstelling:
student+pas

Slide 42 - Open question

Maak de samenstelling:
wieg+lied

Slide 43 - Open question

Meer oefenen?
Dat kan. Klik dan hier.

Slide 44 - Slide