Van pre- tot postoperatief

Van pre- tot postoperatief
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Van pre- tot postoperatief

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Perioperatieve zorg
Perioperatieve zorg = de specifieke zorg voor en na de operatie.
Preoperatieve zorg = de zorg direct voorafgaand aan een operatie 
Postoperatieve zorg = de zorg na afloop van de operatie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

ASA classificatie anesthesist
ASA I: de zorgvrager is gezond en heeft geen bijkomende aandoeningen.
ASA II: de zorgvrager heeft een milde bijkomende aandoening die goed onder controle is, zoals een goed gereguleerde diabetes mellitus of hypertensie.
ASA III: de zorgvrager heeft een ernstige bijkomende aandoening zoals COPD.
ASA IV: de zorgvrager heeft een ernstige bijkomende aandoening die een constante levensbedreiging vormt, zoals een recent hartinfarct.
ASA V: de voorspelde levensverwachting van de zorgvrager is minder dan 24 uur.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de vitale parameters?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Glasgow Coma Scale (EMV)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

supra orbitaal = onder de wenkbrauw

pijnprikkel op nagelbed



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

https://www.zorgsaam.org/ziekenhuis/informatie-voor-patienten/patientfolders/pre-operatieve-screening-en-verschillende-vormen-van-anesthesie/


Vochtbalans bijhouden
Intake - uitscheiding = vochtbalans.

Slide 12 - Slide

over- en ondervulling
Wat houdt een positieve vochtbalans in? Gevolgen? (hypervolumie)

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat houdt een negatieve vochtbalans in? Gevolgen? (hypovolumie)

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Mevrouw Krings heeft een infuus van 1,5 liter per 24 uur.
Ze dronken die dag 2 bekers thee van 150 ml per stuk en
at twee bekers pap van 100 ml per stuk. Uit haar
wonddrain kwam 200 ml vocht. De urinekatheter bevatte
1100 ml. De spuitpomp stond de hele dag op stand 3.0

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Mevrouw Berends heeft een vochtinfuus van 2 liter
per dag. Ze dronk die dag 5x100 ml vocht en at twee
bekers vla van 150 ml per stuk. Uit haar wonddrain
kwam 120 ml vocht. De urinekatheter bevatte 1800
ml. Maak de vochtbalans op.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
De klas verdelen in 4 groepen. 
Opdracht 6

Slide 19 - Slide

This item has no instructions