What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Unidad 5 16 de mayo
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
NOG Geen ipads
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Let op!
Slide 4 - Slide
Baa2b
Slide 5 - Slide
Lunes 16 de mayo de 2022
Slide 6 - Slide
¿Qué hora es?
Slide 7 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Slide 8 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Vocabulario tipos de viviendas. Partes de la casa y
muebles.
Verbo
estar/hay
: ¿Dónde está alguien o algo?. (encima, debajo, detrás, delante, al lado/ en un lugar)
Verschil: "ser" y "estar".
Pronunciación ja je ji jo ju / ge gi. TAALDORP
DESTREZAS:
describir y escribir un texto sobre tu casa.
¿Dónde están las llaves? Capítulo 5
Slide 9 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Je kan aan het eind van deze les:
Mijn huis beschrijven: Partes de la casa y muebles. Gebruik de werkwoorden ser/estar/hay.
Schrijven: een korte tekst over je huis.
LEERDOELEN
Slide 10 - Slide
Tarea revisar tu
formulario
Slide 11 - Slide
Capítulo 5
MENU DE HOY
Voorkennis:
Uitleg
instrucciones.
10'
Thuiswerk evalueren
Theorie
:
Destrezas boek p 58 lezen opdracht
15'
Oefeningen
WB ejercicios 1 y 2
15'
Evalueren en bespreken:
05'
Afsluiten:
huiswerk
en e ticket. 10'
Ser, estar./ Taaldorp/ uitspraak J
Slide 12 - Slide
Ser y estar
Ser = zijn Estar = zijn/zich bevinden
soy
eres
es
somos
sois
son
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
Ik ben
Jij bent
Hij/zij/u is
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn
Herhaal in 1 minuut de 2 rijtjes
timer
1:00
Slide 13 - Slide
El gato está ..................... la mesa.
Slide 14 - Slide
Hay (er is, er zijn)
Slide 15 - Slide
Beschrijven
wat
er is
Hay
-
Hay
una cama y un escritorio.
-
Hay
una cocina.
-
Hay
muchas tiendas.
Slide 16 - Slide
¿Dónde está la cama?
La cama está en el dormitorio.
¿Dónde está el cuarto de baño? /Waar bevindt zich de badkamer?
Está en la primera planta/ Die bevindt zich op de eerste verdieping
¿Qué hay en el comedor?/Wat is er in de etenkamer?
Hay 4 sillas y una mesa/Er zijn vier stoelen en één tafel
timer
10:00
Slide 17 - Slide
¿Dónde está la cama?
La cama está en el dormitorio.
¿Dónde está el cuarto de baño?
Waar bevindt zich de badkamer?
Está en la primera planta
Die bevindt zich op de eerste verdieping
Spreken en schrijven
10'
A vertelt over zijn/haar huis en
B tekent een plattegrond op basis van de uitleg van A.
Draai nu de rollen om.
Schrijf 5 zinnen over je huis.
Hoofdstuk 5
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Saca tu ipad de la mochila
Er worden twee links geopend:
Lesson up
Slide 19 - Slide
Mi casa .............. dos baños
A
hay
B
tiene
C
tengo
D
tienen
Slide 20 - Quiz
En mi casa .............. dos baños
A
hay
B
tiene
C
tengo
D
tienen
Slide 21 - Quiz
timer
10:00
Schrijf 5 zinnen om
je huis te beschrijven
Slide 22 - Mind map
Capítulo 5
Slide 23 - Slide
Capítulo 5:
Hoofdstuk 5
WB Gramática ej 4, 6, 7 y 10.
Bestudeer de werwoorden Ser, estar en hay.
Bestudeer de vocabulaire.
TAREA
LIBRO DE TRABAJO/
Werkboek
Slide 24 - Slide
¿Qué hemos aprendido hoy?
Slide 25 - Open question
¿Te ha gustado la clase?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 26 - Poll
Tekstboek
Slide 27 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 4:
Slide 28 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Slide 29 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Slide 30 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Slide 31 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Slide 32 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
Slide 33 - Slide
Werkboek
Slide 34 - Slide
¿Cómo es tu casa? Hoe ziet jouw huis eruit?
Mi casa es… Mijn huis is …
¿Qué hay en tu casa? Wat is er (allemaal) in jouw huis?
En mi casa hay ..... Mijn huis heeft … / In mijn huis staat …
¿Cuántas habitaciones tiene tu casa? Hoeveel slaapkamers zijn in jouw huis?
Mi casa tiene… Mijn huis heeft …
¿Dónde está el cuarto de baño? Waar bevindt zich de badkamer?
Está en la primera planta Die bevindt zich op de eerste verdieping
Slide 35 - Slide
Vamos a revisar el examen.
Laten we de toets controleren
Slide 36 - Slide
MENÚ DE LA SEMANA
Capítulo 5:
timer
10:00
WB Vocabulario
Ejercicios: 1, 2 y 3
Ben je klaar dan maak ook: 4, 5 en 6.
timer
10:00
Slide 37 - Slide
Dibuja el plano de tu casa con muebles y pon los nombres
Teken de plattegrond van je huis en
schrijf de naam van de meubels
timer
5:00
Slide 38 - Slide
¿Qué hay en el
comedor?
Slide 39 - Mind map
Vocabulario partes de la casa
¿Qué? Bekijk deze video en schrijf woorden die je denkt nodig te hebben voor de Tarea Final op!
¿Tiempo? 8 minutos
Slide 40 - Slide
Completa las frases con la forma correspondiente
¿Qué .......... para merendar?
¿........ y helado?
¿Cuántos alumnos ...... en clase?
Hoy es feriado. Hoy no .... clases.
No ........ manzanas en el refrigerador.
HAY
ER IS
ER ZIJN
Slide 41 - Slide
More lessons like this
Unidad 5 18 de mayo
May 2022
- Lesson with
39 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
VH Clase 09 al 12 de mayo
May 2022
- Lesson with
42 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 5 Tekstboek
May 2022
- Lesson with
17 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
VH Clase del 21 - 24 (A) de marzo
March 2022
- Lesson with
51 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Unidad 6 xx de junio
June 2022
- Lesson with
50 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Unidad 6 01 de junio
May 2022
- Lesson with
50 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
VH Clase 11 de abril / Taaldorp
April 2022
- Lesson with
53 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Vincent van Gogh: Verdadero o falso
February 2023
- Lesson with
35 slides
by
Van Gogh Museum
Art
Primary Education
Age 10-13
Van Gogh Museum