1. Ik-boodschap: Praat vanuit de ik-vorm, jouw mening of ervaringen kunnen anders zijn dan van klasgenoten.
2. Cultuur: Hou rekening met de verschillende culturele achtergronden die in de groep meespelen.
3. Kiezen: Kies wat je wel en niet vertelt. Je mag je gevoelens en gedachten voor jezelf houden.
4. Oriëntatie: Mensen kunnen heteroseksueel, homoseksueel, lesbisch, biseksueel en meer zijn. Welke seksuele oriëntatie je ook hebt, iedereen is uniek en verdient respect.
5. Luisteren: Luisteren is belangrijk, niet alleen praten. Je hoeft niet iedereen leuk te vinden, maar respect voor ieders eigenheid, talenten en interesses is wel belangrijk.
6. Lachen: Humor is belangrijk. Het is soms een middel om geladen onderwerpen te ontmijnen. Uitlachen kan niet.