Communiceren > gesproken taal en lichaamstaal.
VERBAAL / NON-VERBAAL
Let op:
- hoe is de lichaamshouding van de spreker? = hoe zit / staat de spreker erbij? gebruikt hij zijn handen?
- hoe is de gezichtsuitdrukking van de spreker? = hoe kijkt de spreker: vriendelijk, geïnteresseerd, boos etc?
- maakt de spreker oogcontact? kijkt de spreker zijn gesprekspartner aan?