This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Periode 2 herhalen
Slide 1 - Slide
'Carbamazepine kan de werking van de pil verminderen.' Dit is een beschrijving van een ....
A
Bijwerking
B
Contra-indicatie
C
Indicatie
D
Interactie
Slide 2 - Quiz
Deze term beschrijft: de hoeveelheid medicatie die per 24 uur (dag) moet worden ingenomen.
A
therapeutische concentratie
B
dosering
C
toxische concentratie
D
biologische beschikbaarheid
Slide 3 - Quiz
stelling 1: toxische dosis is hoger dan de maximale dosis.
Stelling 2: gecombineerde dosis is de dosering van 2 verschillende medicijnen voor dezelfde aandoening.
A
Stelling 1 is waar
Stelling 2 is niet waar
B
Stelling 1 is niet waar.
Stelling 2 is waar.
C
Stelling 1 en 2 waar
D
Stelling 1 en 2 niet waar.
Slide 4 - Quiz
Als er een klein verschil is tussen de werkzame dosering en overdosering heet dit:
A
Cumulatie
B
Smalle therapeutische breedte
C
Intoxicatie
D
Bloedspiegel
Slide 5 - Quiz
Ibuprofen mag niet worden gebruikt bij mensen met een ulcus pepticum (maagzweer) ulcus pepticum is dus een ... van ibuprofen
A
Indicatie
B
Interactie
C
Contra-indicatie
D
Bijwerking
Slide 6 - Quiz
Een geneesmiddel dat preventief gebruikt wordt bij jicht is
A
ibuprofen
B
diclofenac
C
allopurinol
D
colchicine
Slide 7 - Quiz
Infliximab valt onder de geneesmiddelgroep...
A
TNF-alfa-remmers
B
corticosteroïden
C
NSAID's
D
Opiaten
Slide 8 - Quiz
Wat is de doseerfrequentie van methotrexaat (MTX) bij reumatoïde artritis?
A
dagelijks
B
om de dag
C
wekelijks
D
maandelijks
Slide 9 - Quiz
Met welk geneesmiddel moet methotrexaat ALTIJD worden gecombineerd?
A
Prednisolon
B
Naproxen
C
Foliumzuur
D
colchicine
Slide 10 - Quiz
Methotrexaat is een...
A
NSAID
B
Biological
C
DMARD
D
Corticosteroïd
Slide 11 - Quiz
Een mevrouw krijgt amoxicilline, maar na een paar dagen ervaart zij allerlei klachten. Ze kan niet tegen dit geneemiddel. Als wat leg je dit vast in het AIS?
A
Als intolerantie
B
Als contra-indicatie
C
Als interactie
D
Als dubbelmedicatie
Slide 12 - Quiz
Waar staat de afkorting LSP voor?
A
Landelijk Sport Plan
B
Levens Spaar Plan
C
Landelijk Schakel Punt
D
Loyaal samenwerkings Punt
Slide 13 - Quiz
Borstvoeding is een voorbeeld van een
A
interactie
B
indicatie
C
contra-indicatie
D
dubbelmedicatie
Slide 14 - Quiz
Meneer Groot krijgt fentanylpleisters voorgechreven. Hij gebruikte al oxycodon. Wat voor signaal treedt op?
A
contra - indicatie
B
dubbelmedicatie
C
interactie
D
pseudo-dubbelmedicatie
Slide 15 - Quiz
Lisa gebruikte eerst 2 keer per dag het medicijn metoprolol. Nu is dat aangepast naar 1 keer per dag. Wat voor signaal krijg je bij het invoeren van het recept
A
Pseudodubbelmedicatie
B
niet aansluitend gebruik
C
afwijkend daggebruik
D
geneesmiddel nog op voorraad
Slide 16 - Quiz
Welk medicijn wordt niet gebruikt bij jicht?
A
Allopurinol
B
Colchicine
C
methotrexaat
D
prednisolon
Slide 17 - Quiz
Hoe werkt allopurinol bij jicht?
A
verlaging urinezuur in het bloed
B
ontstekingsremmend
C
koortsverlagend
D
pijnstilling
Slide 18 - Quiz
De heer de Groot krijgt diclofenac tabletten 50 mg samen met diclofenac zetpillen 100 mg. Wat voor medicatiebewakingssignaal krijg je?
A
allergie
B
dubbelmedicatie
C
interactie
D
pseudo dubbelmedicatie
Slide 19 - Quiz
Wat houdt de medicatiebewakingssignaal "niet aansluitend gebruik" in?
A
Dat de patiënt nog een voorraadje van het geneesmiddel thuis zou moeten hebben
B
Dat de patiënt beter kan stoppen met het geneesmiddel
C
Dat de patiënt het medicijn niet dagelijks lijkt te gebruiken en dus mogelijk therapieontrouw is
D
Dat de dosering anders is ten opzichte van eerst
Slide 20 - Quiz
Lina gebruikt ipratropium (geneesmiddel tegen astma). Naar aanleiding van dit geneesmiddel wordt deze patiënt in het apotheeksysteem bewaakt op contra-indicatie ‘astma’. Hoe wordt dit bewakingssignaal genoemd?
A
Relatieve contra-indicatie
B
absolute contra-indicatie
C
afgeleide contra-indicatie
D
afgeleide intolerantie
Slide 21 - Quiz
Wat is het effect van corticosteroïden?
A
Pijnstillend en ontstekingsremmend
B
Pijnstillend en koortsverlagend
C
Ontstekingsremmend en remming afweersysteem
D
Verhoging bloedsuiker en betere afweerreactie
Slide 22 - Quiz
een slaap- en kalmeringsmiddel kunnen elkaars werking versterken bij gelijktijdig gebruik. Waarop berust deze interactie?