Grammar 1.1 One & Ones

Hi 👋


Log in via lessonup.app met de code linksonder.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hi 👋


Log in via lessonup.app met de code linksonder.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Grammar 1.1
One & Ones

Slide 3 - Slide

timer
0:30
Wat betekent "ones" in de zin:
"Where are my socks? The ones I was just holding?"

Slide 4 - Mind map

One & Ones

One of Ones gebruik je... 

als je niet nog een keer een zelfstandig naamwoord wilt herhalen in de zin,

dus niet twee keer hetzelfde wilt zeggen!


Slide 5 - Slide

One & Ones
One          enkelvoud
Ones        meervoud

Het hangt er van af of het zelfstandig naamwoord daarvoor in het enkelvoud of meervoud staat.
Let dus goed op bij het lezen van de zin!
Do you like cookies? These ones are delicious.

Where are my socks? The ones I was just holding?

Slide 6 - Slide

One & Ones
One          enkelvoud
Ones        meervoud

MAAR het kan ook zo zijn dat het zelfstandig naamwoord in het meervoud staat, maar je er maar één van deze groep bedoelt. Lees dus altijd goed de hele zin door!
Do you like cookies? These ones are delicious.

Do you like movies? This one is really nice! 

Slide 7 - Slide

LET'S GO!

You'll get some questions from me on this topic.

Slide 8 - Slide

Fill in the blanks:
Je kunt een ... vervangen door one/ones wanneer je het herhaalt of in een antwoord op een vraag.

Slide 9 - Open question

Bij enkelvoud gebruik je:
Bij meervoud gebruik je:
Sleep ONE en ONES achter de juiste zin.
Ones
One

Slide 10 - Drag question

Fill in:
I need new cushions. I think I'll buy blue .... this time.
A
one
B
ones

Slide 11 - Quiz

Fill in:
Do you prefer this sandwich or that ... ?
A
one
B
ones

Slide 12 - Quiz

Fill in:
I'm looking for new earphones, which ... are the best?
A
one
B
ones

Slide 13 - Quiz

Fill in:
Carol has a big dog and two small ... .
A
one
B
ones

Slide 14 - Quiz

Fill in:
I want a donut. That pink ... looks great!
A
one
B
ones

Slide 15 - Quiz

Fill in:
Small pineapples are sweeter than big ... .
A
one
B
ones

Slide 16 - Quiz

Fill in:
Do you have a cat? - Yes, I have three ... .
A
one
B
ones

Slide 17 - Quiz

Hoe denk je nu over "One & Ones"?
Snap je dit grammatica onderwerp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll