1B Unit 3

to English class 👋🏻
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

to English class 👋🏻

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Let's see what you remember!
What can you tell me about the ...

Slide 3 - Slide

timer
1:00
Present Continuous

Slide 4 - Mind map

Complete the sentence and use the PC:
"I ... (not / to sleep) yet."

Slide 5 - Open question

Complete the sentence and use the PC:
"Tory ... (to wash) her hair right now."

Slide 6 - Open question

3.1 Present Continuous
De Present Continuous is een tegenwoordige werkwoordstijd. 

Je gebruikt dit wanneer iets op dit moment bezig of nu aan de gang is.

Slide 7 - Slide

Present Continuous
AM / IS / ARE
+
WW
+
ING
+

-

?
She is watching a movie.
She is not watching a movie.
Is she watching a movie?
"Zij is een film aan het kijken."

Slide 8 - Slide

timer
1:00
Question Tags

Slide 9 - Mind map

Complete the sentence with a QT:
"The trip isn't very expensive, ... ?"

Slide 10 - Open question

Complete the sentence with a QT:
"Your sister can't swim, ...?"

Slide 11 - Open question

Complete the sentence with a QT:
"You aren't eating, ...?"

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

This
That
These
Those

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Which one?
"Don't take ... . These are better!"
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 16 - Quiz

Which one?
"This seat is mine and ... seat is yours."
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 17 - Quiz

3.4 One & Ones

One of Ones gebruik je... 

als je niet nog een keer een zelfstandig naamwoord wilt herhalen in de zin,

dus niet twee keer hetzelfde wilt zeggen!


Slide 18 - Slide

3.4 One & Ones
One          enkelvoud
Ones        meervoud

Het hangt er van af of het zelfstandig naamwoord daarvoor in het enkelvoud of meervoud staat.
Let dus goed op bij het lezen van de zin!
Do you like cookies? These ones are delicious.

Where are my socks? The ones I was just holding?

Slide 19 - Slide

3.4 One & Ones
One          enkelvoud
Ones        meervoud

MAAR het kan ook zo zijn dat het zelfstandig naamwoord in het meervoud staat, maar je er maar één van deze groep bedoelt. Lees dus altijd goed de hele zin door!
Do you like cookies? These ones are delicious.

Do you like movies? This one is really nice! 

Slide 20 - Slide

Fill in:
I need new cushions. I think I'll buy blue .... this time.
A
one
B
ones

Slide 21 - Quiz

Fill in:
Carol has a big dog and two small ... .
A
one
B
ones

Slide 22 - Quiz

Fill in:
Small pineapples are sweeter than big ... .
A
one
B
ones

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide


Klik op de link op de volgende pagina om meer te weten te komen over hoe je in het Engels "veel" op twee manieren kunt vertalen, namelijk als "MUCH" en als "MANY" en hoe dat dan werkt.

Je krijgt 1 minuut om het door te lezen.
LEES ALLEEN "MUCH" & "MANY"

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Wat weet je nu over "MUCH" & "MANY"?

Slide 27 - Mind map


Complete the sentence:
"There are ... butterflies."
A
Many
B
Much

Slide 28 - Quiz

3.5 "VEEL"
MANY       Telbaar & Meervoud

MUCH       Ontelbaar & Enkelvoud
I haven't got many pens left.
I have much homework to do.
kan je op twee manieren vertalen in het Engels:

Slide 29 - Slide


Complete the sentence:
"He did not have ... choice."
A
Many
B
Much

Slide 30 - Quiz


Complete the sentence:
"Were there ... people at the party?"
A
Many
B
Much

Slide 31 - Quiz


Complete the sentence:
"I don't drink ... tea during the day."
A
Many
B
Much

Slide 32 - Quiz


Ik snap nu hoe ik "MUCH" & "MANY" moet gebruiken in een Engelse zin.
A
Ja, vet makkelijk!
B
Ja, met aantekeningen moet het lukken!
C
Nee, ik twijfel nog vaak.
D
Nee, ik snap er geen snars van..

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide