H04 BVJ Evolutie eindles

H04 BVJ Evolutie eindles
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H04 BVJ Evolutie eindles

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, van klein naar groot. De kleinste is de soort. Wat komt hierna?
Klasse
Familie
Geslacht
Rijk
Stam

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Zet de volgende factoren van de evolutie in de juiste volgorde
goede adaptatie
survival of the fittest
fitness
genetische variatie

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Is er op het plaatje hiernaast sprake van natuurlijk of seksuele selectie?
A
Natuurlijke selectie
B
Seksuele selectie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Berkenspanners kunnen zijn van nature wit, door een mutatie ontstaan er ook bruine vlinders in een populatie, leg uit dat als de bomen door bruinkooluitstoot bruiner worden er steeds meer bruine vlinders voorkomen (3 stappen).

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

De wetenschappelijk naam voor madeliefje is Bellis perennis.
Wat is de soortaanduiding?
A
Bellis
B
perennis

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een soort een soort?
A
Wanneer individuen binnen een soort er het zelfde uit zien.
B
Wanneer individuen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
C
Wanneer individuen nakomelingen kunnen krijgen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Zijn varens meer verwant aan paardenstaarten of aan naaktzadigen
A
Varens zijn meer verwant aan naaktzadigen
B
Varens zijn meer verwant aan paardenstaarten

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions



Soort B toont het meeste verwantschap met
soort: A of C?
A
A
B
C

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee soorten zijn dezelfde soort?
A
Felix catus maxi & Felix catus siamensis
B
Ursus americanus & Ursus arctos
C
Pelobates fuscus & Desmognathus fuscus
D
Homo erectus & Homo sapiens

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Met welke nummers zijn soorten aangegeven die uit soort 7 zijn ontstaan?
A
6
B
8, 2
C
6,2,3
D
2,3

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke soort is eerder ontstaan,
soort 1 of soort 2?

A
Soort 1
B
Soort 2

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk dier is het meest verwant aan dier 5 op grond van dit cladogram?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke dieren zijn meer verwant?
A
Het paard en de kat
B
De kat en de hond
C
Het paard en de hond
D
Vacht

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende
cladogrammen (stambomen) geeft weer dat de chimpansee meer verwant is met de mens
dan met de gorilla?
A
stamboom 1
B
stamboom 2
C
stamboom 3
D
geen van deze stambomen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

NVON - Diagnostische vragen
evolutie


www.diagnotischevragen.nl

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een mutatie voor een dikkere vacht komt …
A
door het koude weer
B
door toeval
C
doordat het dier zich aanpast

Slide 18 - Quiz

Misvatting: Leerlingen denken dat individuen zich in de evolutie gericht aan hun omgeving aanpassen i.p.v. dat er selectie op bestaande variatie plaatsvindt (waaronder toevallige mutaties)
A Leerlingen denken dat mutaties gericht ontstaan door de omstandigheden
B GOED
C Leerlingen denken dat een individu het genotype kan aanpassen indien nodig

Hoe krijgt een populatie beren een dikkere vacht als het klimaat kouder wordt?
A
Er komen meer mutaties voor dikke vacht
B
Er worden genen voor dikke vacht aangezet
C
Een dikke vacht vergroot de overlevingskans
D
De beren passen de dikte van hun vacht aan

Slide 19 - Quiz

Misvatting: Dat individuen zich in de evolutie aan hun omgeving aanpassen
2e misvatting: dat evolutie-veranderingen gerichte/gestuurde veranderingen zijn
A Leerlingen denken dat de omgeving gerichte mutaties veroorzaakt
B Een gen wat er nog niet is, kan ook niet aangezet worden.
C GOED
D Misvatting dat individuen zich aanpassen. Dit antwoord zou goed kunnen zijn als leerlingen de stappen ervoor ook allemaal beredeneren. Belangrijk om de antwoorden na te bespreken

Wat betekent “survival of the fittest”?
A
De meest fitte overleven
B
De best aangepaste overleven
C
De sterkste overleven
D
De meest snelle overleven

Slide 20 - Quiz

Misvatting: Verkeerd begrip van ‘fittest’ als ‘sterkste’, ‘snelste’ of ‘fitste’
A Leerlingen denken dat “fittest” de fitste is
B GOED
C Leerlingen denken dat “fittest” de sterkste is
D Leerlingen denken dat “fittest” de snelste is

Wie is het “fittest”?
A
Een jonge leeuw met 10 nakomelingen.
B
Een oude leeuw met 10 nakomelingen.
C
Een oude leeuw zonder nakomelingen die alle gevechten wint.
D
Een jonge leeuw zonder nakomelingen die alle gevechten wint.

Slide 21 - Quiz

Misvatting: Leerlingen vergeten vaak te denken aan voortplantingssucces bij het begrip van ‘fittest’
A GOED
B De kans is klein dat een oude leeuw nog meer nakomelingen krijgt dan een jongere leeuw. (Deze heeft nog wel een kans om meerdere nakomelingen te krijgen)
C Leerlingen denken dat “fittest” gaat over sterk zijn
D Leerlingen denken dat “fittest” gaat over sterk zijn

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Op welk organisatieniveau ontstaat resistentie bij bacteriën? Bij:
A
individuele bacteriën
B
een populatie bacteriën
C
een levensgemeenschap van bacteriën
D
de soort bacteriën

Slide 23 - Quiz

Misvatting: Leerlingen denken dat bacteriën meteen als groep resistent worden. Leerlingen denken dat evolutie direct via grote aantallen organismen verloopt.
A GOED
B Leerlingen denken dat een aanpassing direct wordt overgenomen door de hele populatie. Zij missen de stap dat dit via selectie verder moet verspreiden door de populatie.
C Leerlingen kennen het begrip levensgemeenschap niet goed
D Leerlingen denken dat bacteriën ‘vanzelf’ resistent worden door het gebruik van antibiotica - het is als het ware een eigenschap van bacteriën om dat te doen.

Zijn de voorpoot van de krokodil en de vleugel van een mol homologe of analoge organen?
Zijn de voorpoot van de krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen?
A
homoloog
B
analoog

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke van deze organen zijn analoog aan elkaar?
A
Vogel en insect
B
Vleermuis en vogel
C
Vleermuis en insect

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

homoloog of analoog?
A
homoloog
B
analoog

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

                                                                                                  De evolutie theorie in het kort: (kies 7 van de 10 opties)

Nieuwe genotypen ontstaat bij ................................   voortplanting.
Daardoor is het genotype van individuen van dezelfde soort 
......................................... precies hetzelfde.
De eigenschappen van individuen van één soort zijn daardoor net iets verschillend.


Eigenschappen waardoor een individu een grotere overlevingskans heeft, 
worden ...................................... doorgegeven aan nakomelingen. 


Wanneer populaties van één soort worden gescheiden spreken we
van ........................................ . Ze passen zich eventueel aan en veranderen, uiteindelijk
kunnen ze niet meer met elkaar voortplanten.


Dit gaat over uitgangspunt: 
Dit gaat over uitgangspunt: 
Dit gaat over uitgangspunt: 
geslachtelijke
celdeling
altijd
nooit
minder vaak
vaker
isolatie
natuurlijke selectie
variatie in genotype
ontstaan van nieuwe soorten

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens deze stamboom?

A
de chimpansees
B
de gibbons
C
de halfapen
D
aan de apen van de oude wereld

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions