H6 - §6.1 Spanningsbronnen

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §6.1
  • instructie §6.1
  • mini practicum
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


H6 - Elektriciteit
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §6.1
  • instructie §6.1
  • mini practicum
  • maken opgave uit het boek
  • afsluiten les 

 


H6 - Elektriciteit

Slide 1 - Slide

§6.1 - Je leert
- uitleggen wat een spanningsbron doet;
- voorbeelden van spanningsbronnen geven;
- de spanning van een spanningsbron meten;
- bij een spanningsbron de pluspool en de minpool herkennen;
- volt gebruiken als eenheid van spanning.
 

Slide 2 - Slide

Spanningsbronnen
Hoe kan deze bewoner dag 
en nacht van elektricitet 
gebruikt maken?

Slide 3 - Slide

Wat kun je allemaal doen met elektriciteit?

Slide 4 - Open question

Warmte
Bij een elektrische kachel wordt 
elektriciteit omgezet in Warmte.

Slide 5 - Slide

Licht
Bij een lamp wordt elektriciteit
omgezet in Licht.

Slide 6 - Slide

Beweging
Bij een elektrische trein
wordt elektriciteit
omgezet in Beweging.

Slide 7 - Slide

Data verwerking
Bij een smartphone wordt 
elektriciteit omgezet in Appjes.

Slide 8 - Slide

Elektriciteitscentrale
In een elektriciteitscentrale wordt de energie uit een energiebron omgezet in elektriciteit.

Slide 9 - Slide

Fossiele brandstoffen
Energiebronnen uit de bodem heten fossiele brandstoffen.
Aardgas.         Steenkool.          Aardolie.

Slide 10 - Slide

Duurzame energiebronnen
   stromend water                      de zon                       de wind

Slide 11 - Slide

Duurzame energiebronnen
Fossiele brandstoffen

Slide 12 - Drag question

Spanningsbronnen
Dynamo

stopcontact

batterijen

accu's

Slide 13 - Slide

Spanningsbronnen
Een spanningsbron zorgt voor de energie die een elektrisch apparaat nodig heeft om te werken.

Slide 14 - Slide

Spanningsbronnen met de verschillende spanningen die zij leveren.
1,5 volt

9 volt

4,5 volt

230 volt

2,4/4,2 V
12 volt

Slide 15 - Slide

Spanningsbronnen met de verschillende spanningen die zij leveren.
1,5 volt

9 volt

4,5 volt

230 volt

2,4/4,2 V
12 volt

polen
+
-

Slide 16 - Slide

Wat gebeurt er met een apparaat als je hem aansluit op een te lage spanning?
A
werkt het gewoon
B
werkt het niet of niet goed
C
werkt het niet
D
werkt het niet of gaat het kapot

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er met een apparaat als je hem aansluit op een te hoge spanning?
A
werkt het gewoon
B
werkt het niet of niet goed
C
werkt het niet
D
werkt het niet of gaat het kapot

Slide 18 - Quiz

Spanningsbronnen
Als je een apparaat op een te lage spanning aansluit werkt het apparaat niet of niet goed.

Als je een apparaat op een te hoge spanning aansluit kan het apparaat kapot gaan.

Slide 19 - Slide

Zet de spanningsbronnen op volgorde van de laagste spanning naar de hoogst spanning.
Laagste Spanning
Hoogste Spanning

Slide 20 - Drag question

Spanning
Spanning bepaalt hoeveel energie de spanningsbron kan leveren.

Symbool: U
Eenheid: volt ()

Slide 21 - Slide

Spanning meten
Spanning kun je meten met een
voltmeter/spanningsmeter.

Slide 22 - Slide

Spanning meten
Een spanningsmeter meter heeft een: 
- een aansluiting min (zwart)
- een aansluiting plus (rood)
- een schaalverdeling


De plus van de batterij sluit je aan op de plus (rood)
van de spanningsmeter.
De min van de batterij sluit je aan op de min (zwart) 
van de spanningsmeter.

Slide 23 - Slide

Spanning meten
Het meetbereik is het gebied waarin gemeten kan 
worden.
Als je gaat meten moet je eerst het grootste 
meetbereik kiezen.

Bij de meter hiernaast is dat 30 V.

Slide 24 - Slide

Spanning meten
Bepaal eerst waarop het meetbereik is ingesteld
Op de rechter foto is dat 30 V.

Lees hierna de juiste schaal af.

Dus de schaal tot 30V.

De waarde is dan 12V

Slide 25 - Slide

Anna meet met een voltmeter de spanning over een lampje.
Zij heeft de meter aangesloten zoals in de afbeelding.
Anna haalt het stekkertje uit de bus van 15 volt.
Direct daarna steekt ze het stekkertje in de bus van 30 volt.
De wijzer van de meter zal:
A
naar links gaan tot hij op de bovenste schaal 4,5 volt aangeeft.
B
naar rechts gaan tot hij 9,0 volt op de onderste schaal aangeeft.
C
Op dezelfde stand blijven staan als hij nu staat.
D
hierdoor niets meer aanwijzen, dus teruggaan naar de 0.

Slide 26 - Quiz

Even oefenen
Maak opdracht
11a
timer
5:00

Slide 27 - Slide

Antwoorden - opgave 11a
a - 3 V
b - 2,5 V

Slide 28 - Slide

mini practicum
Spanning meten!

Kijk op Classroom voor het 
practicumvoorschrift.

timer
15:00

Slide 29 - Slide

Aan de slag!
Lezen §6.1 uit je boek

Maak de opgaven: 
- zie huiswerkplanner

kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars



Zs

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Lezen §6.1 uit je boek

Maak de opgaven: 
- zie huiswerkplanner

kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars



Zf

Slide 31 - Slide

Wat weet je al?

Slide 32 - Slide

Spanningsbronnen:
Apparaat:

Slide 33 - Drag question

Wat is de spanning van deze batterij
A
1,5 volt
B
4,5 volt
C
9 volt
D
12 volt

Slide 34 - Quiz

Wat is de spanning van deze accu
A
1,5 volt
B
4,5 volt
C
9 volt
D
12 volt

Slide 35 - Quiz

Wat is de spanning van dit stopcontact
A
9 volt
B
200 volt
C
230volt
D
250volt

Slide 36 - Quiz

Welke waarde geeft de voltmeter aan?
A
1,2V
B
6V
C
12V
D
7 volt

Slide 37 - Quiz

Welke waarde geeft
de voltmeter aan.
A
0,027 V
B
0,27 V
C
2,7 V
D
27V

Slide 38 - Quiz

Kun je nu......?
- uitleggen wat een spanningsbron doet;
- voorbeelden van spanningsbronnen geven;
- de spanning van een spanningsbron meten;
- bij een spanningsbron de pluspool en de minpool herkennen;
- volt gebruiken als eenheid van spanning.

Slide 39 - Slide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll