LES 6 WEEK 42 Bron chap. 1 + 2 C/G (phrases clés)

1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 160 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- doe je jas uit.
- pak je etui en je boek.
- doe je tas op de grond.
- doe je telefoon in het ZAKKIE en doe je zakkie in je TAS.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan een kort gesprek voeren over mijn vriend(in)
  2. T2 Ik kan een kort gesprek voeren over mijn vrije tijd.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Slide

vorige les

Slide 4 - Mind map

Instructie 
Maak de opdrachten in je werkboek
Chapitre 1
Bron G
ex. 26abc, 28ab
Chapitre 2
Bron C
ex. 12abc, 13, 14a


Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan een kort gesprek voeren over mijn vriend(in)
  2. T2 Ik kan een kort gesprek over mijn vrije tijd voeren.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 6 - Slide

Chap. 1 Bron G: Parler de ses amis
blz. 42

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan een kort gesprek voeren over mijn vriend(in)
  2. T2 Ik kan een kort gesprek over mijn vrije tijd voeren.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 12 - Slide

Chap. 2 Bron C: Parler de son temps libre
blz. 66

Slide 13 - Slide

le matin

l'après-midi

le soir

la nuit

Slide 14 - Slide





je fais



du
cyclisme (m)
de la gymnastique (v)
de l' équitation (m/v met klinker of h)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide





je joue



au 
foot (m)
à la  pétanque (v)
à l' ordinateur 
(m/v met klinker of h)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

ex. 12c
blz. 66

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vocabulaire Bron E
Of verzin zelf woorden die op jou en je vriend(in) van toepassing zijn en zoek deze op in google translate.

Beschrijf ook het uiterlijk zodat je veel bijvoeglijke naamwoorden kunt gebruiken.

Slide 25 - Slide