Klare Taal bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden
Wij gaan oefenen met de bezittelijke voornaamwoorden.

Het doel van vandaag:
Na vandaag weet ik wat bezittelijke voornaamwoorden zijn.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bezittelijke voornaamwoorden
Wij gaan oefenen met de bezittelijke voornaamwoorden.

Het doel van vandaag:
Na vandaag weet ik wat bezittelijke voornaamwoorden zijn.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Bezittelijk
voornaamwoord

Slide 3 - Mind map

mijn
je/ jouw
zijn
haar
ons / onze 
jullie
hun
uw

Slide 4 - Slide

ons / onze?

Slide 5 - Slide

Het zijn ....... paspoorten
A
ons
B
onze

Slide 6 - Quiz

Het zijn ........ fietsen
A
ons
B
onze

Slide 7 - Quiz

Het is ........ huis
A
ons
B
onze

Slide 8 - Quiz

Het is .......formulier
A
ons
B
onze

Slide 9 - Quiz

zijn / haar?

Slide 10 - Slide

De jongen vergeet ....... boek op school.
A
haar
B
zijn

Slide 11 - Quiz

Zij wil ....... huiswerk maken.
A
haar
B
zijn

Slide 12 - Quiz

Ze heeft een fiets. Het is .... fiets.
A
haar
B
zijn

Slide 13 - Quiz

mijn / jouw?

Slide 14 - Slide

Ik lees dit boek. Het is .... boek.
A
mijn
B
jouw

Slide 15 - Quiz

Waar woon jij? Wat is .... adres?
A
mijn
B
jouw

Slide 16 - Quiz