T4 B10 HV

B11 determineren 
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 146 t/m 149
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: determineren
  • Je kunt gebruik maken van een determineertabel om een organisme te determineren.
  • Je kunt de 'route' die je hebt doorlopen in een determinatietabel op een juiste manier opschrijven.

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B11 determineren 
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 146 t/m 149
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: determineren
  • Je kunt gebruik maken van een determineertabel om een organisme te determineren.
  • Je kunt de 'route' die je hebt doorlopen in een determinatietabel op een juiste manier opschrijven.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 
  • Determineren oefenen
  • Wetenschappelijke namen bekijken
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
Celkern, bladgroenkorrel, eencellig
A
plant
B
sporenplant
C
eukaryoot
D
alg

Slide 3 - Quiz

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
grote vacuole, celwand, geen plastiden
A
plant
B
schimmel
C
dier
D
bacterie

Slide 4 - Quiz

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
tweezijdig symmetrisch, skelet als pantser, 8 poten
A
geleedpotigen
B
dieren
C
insecten
D
spinachtigen

Slide 5 - Quiz

Bij welk antwoord passen deze
kenmerken het best?
beenderen als skelet, koudbloedig, schubben
A
reptiel
B
amfibie
C
vis
D
vogel

Slide 6 - Quiz

Naar welke kenmerken kijk je om dit dier te herkennen?

Slide 7 - Mind map

Determineren
Determineren
organismen herkennen door naar kenmerken te kijken
(engels)Determine = bepalen, vaststellen

Determineren doe je met een determineertabel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Determineren
Begin bovenaan bij 1. Kijk of het a of b is
Ga door met datgene wat achter je antwoord staat.
Uiteindelijk krijg je de naam van het organisme

Schrijf altijd je 'route' op:
1a-2b-3a langpootmug
let op de streepjes!

Slide 10 - Slide

timer
3:00

Slide 11 - Slide

timer
3:00

Slide 12 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 146 t/m 149
  • Maken Opdr. 42,43,44 blz. 135
  • Maken Dtoets blz. 159 hb

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 146 t/m 149
  • Maken Opdr. 42,43,44 blz. 135
  • Maken Dtoets blz. 159 hb

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 14 - Slide