Lesson 1, period 5

1 / 20

Slide 1: Slide

EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's programme

- voorstelrondje
- wat gaan we deze periode/dit jaar doen?
- het Engelse examen
- lets play a (food) game!
- present continuous

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wendy Kerdijk
Wednesday (HHW) & Thursday (PUR) w.m.kerdijk@horizoncollege.nl

Slide 4 - Slide

Your turn!

Schrijf nu 3 zinnen op over jezelf in het Engels, dus bijvoorbeeld iets over je hobby's , woonplaats, vakantie, favoriete eten etc.

Zorg ervoor dat 1 zin niet waar is.

Als je klaar bent ga je in je tweetal de zinnen bespreken, raad welke zin er niet waar is van je klasgenoot.

Over tien minuten gaan we het kort bespreken, succes!

Slide 5 - Slide

Wat heb je nodig voor Engels?

- schrift/notitieblok voor antwoorden en aantekeningen

-laptop

- pen/potlood

- enthousiasme en doorzettingsvermogen :)

Slide 6 - Slide

Wat gaan we deze periode/dit jaar doen?

Slide 7 - Slide

periode 5

periode 6

- oefenen met spreekvaardigheid en luistervaardigheid, uitbreiden van de woordenschat.

- oefenen met grammatica; present simple en continuous

- periodetoets via Teams voor studiepunt

- periodetoets via Teams voor studiepunt

- Examen spreken en gesprekken A2

Slide 8 - Slide

Engels examen Gesprekken A2

- gesprek voeren met examinator

A2 niveau van het ERK

- 4 minuten
- voorbereiden met woordenboek
- steekwoorden mee ( 2 per punt)

Slide 9 - Slide

Engels examen Spreken A2

- gesprek voeren met examinator

A2 niveau ERK

- 4-6 minuten (oefen dit ook thuis met timer)
- voorbereiden met woordenboek
- steekwoorden mee ( 2 per punt)
- je moet een PowerPoint of iets soortgelijks gebruiken

Slide 10 - Slide

Waar word je op beoordeeld?

samenhang

bereik en beheersing van de woordenschat

interactie en interactiestrategieen

grammaticale correctheid

vloeiendheid

uitspraak

afstemming taal op doel en gesprekspartner

Slide 11 - Slide

Lets play a (food) game!

Slide 12 - Slide

ananas pineapple
suikerspin cotton candy
citroen lemon
banaan banana
frietjes fries
ijshoorn ice cream
kersen cherries
krokodil snoep crocodile candy
sinaasappelsap orange juice
gebakken eieren fried eggs
bosbes blueberries
kom ontbijtgranen bowl of cereals
aardbei snoep strawberry candy
karamel-appel caramelized apple
aardbeientaart strawberry pie

Slide 13 - Slide

Wat weet jij over de present continuous?

Slide 14 - Open question

Introductie

De present continuous is een speciale vorm van de tegenwoordige tijd. Het is de ‘duurvorm’ van de tegenwoordige tijd.

Je gebruikt deze vorm om te zeggen wat er op dit moment aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.

Bijvoorbeeld:

Look! It is snowing outside.

They are watching video clips.

Slide 15 - Slide

Hoe maak je de present continuous?

De present continuous maak je met een vorm van to be gevolgd door een werkwoord met de uitgang -ing.

Bevestigend Ontkennend

I am I am not

You are You are not

He is / She is / It is watching a film He is not / She is not / It is not watching a film

We are We are

You are You are not

They are They are not

Slide 16 - Slide

Exercise 1

1. Ik sta op de bus te wachten. Wat ben jij aan het doen?

2. Ja, ze zit te werken. Ze is een rapport aan het schrijven.

3. Mijn broer zit altijd stomme vragen te stellen!

4. Ik ben groene thee aan het drinken.

5. De dokter is met een patiënt aan het praten.

Slide 17 - Slide

Exercise 2 What are they doing?

Slide 18 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd? En welke tip zou je mij willen geven?

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Slide